Jezus bedoelt niet dat jouw heiligheid jou in staat stelt om
over water te lopen of om fysieke symptomen bij mensen te genezen. Zijn focus
ligt, zoals we al zo vaak gezien hebben, niet op gedrag al lijkt het taalgebruik
dit soms te suggereren. De zorg van Een Cursus in Wonderen betreft altijd het
denken in onze denkgeest. De reden dat er niets is wat je heiligheid niet kan
is omdat alles wat je dan doet, denkt, zegt of voelt direct afkomstig is van je
beslissing voor het juist-gerichte denken dat zich identificeert met de
heelheid van Christus. Dat betekent dat er geen storing of vervorming meer is
die met schuld en oordeel gepaard gaat en alles wat overblijft is de liefde die
alle problemen en zorgen te boven gaat.
(1:1-2). Jouw
heiligheid draait al de wetten van de wereld om. Ze overstijgt elke beperking
van tijd, ruimte en afstand en iedere soort grenzen.
Dit is omdat je heiligheid verblijft in je juist gericht
denken en toegankelijk wordt door te kiezen voor het heilig ogenblik waarin jij
je met Jezus of met de Heilige Geest samenvoegt. Dat wil zeggen dat er niet
langer een afscheiding is en dus ook geen zonde, schuld of angst. Wanneer er
geen zonde is dan is er ook geen verleden, wanneer er geen schuld is, is er ook geen heden en wanneer er geen angst is, is er ook geen toekomst. Met andere woorden in het
heilig ogenblik is er geen tijd. Meer zelfs, als er geen gedachte van
afscheiding van God is dan is er geen lichaam. Om een eerder aangehaalde regel
van de tekst nog eens te citeren: ‘In geen enkel ogenblik (d.w.z. het heilig
ogenblik) bestaat het lichaam überhaupt’. (T. 18. VII. 3:1) Heiligheid is
volledig buiten tijd en ruimte. Wanneer jij je met je heiligheid identificeert
dan weet je dat de wereld van tijd en ruimte een droom is en kan je letterlijk
naar de droomfiguur kijken, naar de droomfiguur die de naam heeft van degene
die je denkt te zijn en je uiteindelijk realiseren dat dit niet is wat je bent. Er is niets wat je heiligheid niet kan doen
omdat er niets is wat je hoeft te doen zoals geschreven in de tekst. (T. 18. VII)
(1:3) Jouw heiligheid
is in haar macht volkomen onbegrensd, omdat ze jou bekrachtigt als Zoon van
God, één met de Denkgeest van zijn Schepper.
Dit is het gevolg van het verenigd zijn met de Heilige Geest
of met Jezus. Nogmaals, in dat ogenblik verandert alles en zijn al je problemen
zijn opgelost. De lessen 79 en 80 zeggen ons dat onze problemen opgelost zijn
omdat er maar een probleem is: het geloof dat we afgescheiden zijn. Daarom is
er ook maar een oplossing: de Verzoening aanvaarden, de Verzoening die de
realiteit van schuld ontkent omdat het de realiteit van de afscheiding ontkent.
(2:1-3) Door jouw
heiligheid wordt de macht van God gemanifesteerd. Door jouw heiligheid wordt de
macht van God beschikbaar. En er is niets wat de macht van God niet vermag.
Jezus heeft het niet over iets uitwendigs, zoals ik al
verscheidene keren heb vernoemd. Gedurende tweeduizend jaar worden de
wonderverhalen beschouwd als een bewijs voor de macht van God: Jezus kan de
zieken genezen, doden opwekken, water in wijn veranderen en herleven in het
vlees. Dit vertegenwoordigt een volledig verkeerd begrip van wat Jezus
onderwees en onderwijst. Het is interessant om zien hoe studenten van Een
Cursus in Wonderen proberen los te komen van hun christelijke opvoeding maar
dezelfde fout maken door vorm en inhoud te verwarren, lichaam en geest; een
niveauverwarring die in het begin van de tekst door Jezus besproken wordt als
de oorzaak voor alle ziekte. (T. 2. IV.2)
Jezus spreekt daarom niet over wat je lichaam zal doen omdat
wanneer je je identificeert met de macht van God en met je heiligheid, jij je
ook zult realiseren dat het lichaam eenvoudig een verzinsel is van jouw
verbeelding, een figuur in je droom. We zijn allemaal figuren in een droom
waarin het lichaam letterlijk niets doet. We kunnen het lichaam vergelijken met
een marionet die niets meer is dan een levenloos stukje hout. Zodoende leven we
dus als marionetten in een zogenaamde wereld die niet meer werkelijkheid heeft
dan dat wat kleine kinderen beleven in een poppentheater. Dit is trouwens een
idee waar we nog regelmatig op terugkeren.
(2:4-6) Jouw
heiligheid kan daarom alle pijn wegnemen, alle leed beëindigen en alle
problemen oplossen. Ze kan dit doen met betrekking tot jezelf en ieder ander.
Ze heeft dezelfde macht om iedereen te helpen, omdat ze dezelfde macht heeft
iedereen te verlossen.
De oorsprong van al onze pijn, zorgen en problemen is onze
beslissing Jezus van ons af te duwen. Wanneer we hem opnieuw uitnodigen kan er
niet langer ellende zijn. Herinner je dat we hier enkel spreken op het niveau
van de denkgeest gezien dat de oorsprong is van alle pijn. Het is mogelijk dat
negatieve uiterlijk waargenomen omstandigheden, volledig buiten onze menselijke
controle, zullen doorgaan als mogelijke fysieke symptomen. Nochtans zonder
schuld zullen ze niet langer als een probleem ervaren worden of als oorzaak
voor pijn en ellende. In het Handboek voor Leraren legt Jezus uit hoe een
genezen denkgeest waarneemt:
De ogen van het lichaam zullen
verschillen blijven zien. Maar de denkgeest die zichzelf heeft laten genezen,
zal ze niet langer erkennen. Er zullen er zijn die ‘zieker’ lijken dan anderen
en de ogen van het lichaam zullen hun uiterlijke veranderingen als tevoren
melden. Maar de genezen denkgeest zal ze allemaal in één categorie onderbrengen:
ze zijn onwerkelijk. Dit is het geschenk van zijn Leraar: het inzicht dat
slechts twee categorieën betekenis hebben bij het schiften van de boodschappen
die de denkgeest ontvangt uit wat de buitenwereld lijkt. En van deze twee is er
maar één werkelijk. Precies zoals de werkelijkheid volkomen werkelijk is, los
van omvang, vorm, tijd en plaats – want daarbinnen kunnen verschillen niet
bestaan - zo zijn ook illusies zonder onderscheid. Het enige antwoord op enige
vorm van ziekte is genezing. Het enige antwoord op alle illusies is de
waarheid. (HvL. 8.6)
Het kan niet genoeg benadrukt worden dat Een Cursus in
Wonderen enkel bezorgd is over de oorzaak van de wereld – de denkgeest – en
niet over het gevolg – de wereld. Daarom doet Jezus deze belangrijke uitspraak
in de tekst: dit is een Cursus in oorzaak niet in gevolg (T. 21. VII. 7:8). Wanneer
we Jezus om hulp vragen voor een fysiek of een emotionele pijn of we vragen hem
om een extern probleem op te lossen dan brengen we zijn waarheid naar onze
illusie. Soms is het probleem opgelost en andere keren dan ook weer niet, maar
Jezus betrekken bij onze uiterlijke, uitwendige problemen verheerlijkt alleen
onze speciaalheid, precies het tegenovergestelde van wat hij ons zegt dat we
moeten corrigeren.
Dat wil niet zeggen dat we hem niet om dergelijke hulp mogen
vragen. Het is echter wanneer we met onze zorgen op dit niveau met hem in
relatie blijven wij er nooit aan voorbij zullen gaan. Het is inderdaad zo dat
de brochure Het Lied van het Gebed speciaal geschreven is om studenten van Een
Cursus in Wonderen te helpen zich te verplaatsen voorbij dat wat omschreven
wordt als de onderste trap van de gebedsladder – het vragen voor specifieke
dingen – naar de hoogste trede die onze verandering van de wereld naar de denkgeest
weerspiegelt, een verandering die ons helpt in te zien dat er slechts een
probleem is en daarom ook maar een oplossing. Dit inzicht is natuurlijk wat het
eerste principe van wonderen ons onderwijst:
Wonderen kennen geen rangorde
naar moeilijkheid. Het ene is niet ‘moeilijker’ of ‘groter’ dan het andere. Ze
zijn allemaal gelijk. Alle uitingen van liefde zijn maximaal. (T1. I.1:1-3)
Om dit heel belangrijk punt nog een keer naar voor te
brengen: onze heiligheid ‘heeft dezelfde macht om iedereen te helpen’, omdat er
maar een probleem is. Er is ook maar een Zoon. Wanneer mijn denkgeest genezen
is omdat ik de heiligheid van Christus als mijn identiteit gekozen heb in
plaats van de zondigheid van het ego, in dat ogenblik realiseer ik mij dat ik die
ene Zoon ben en dat iedereen samen met mij deel is van dit Zoonschap. Daarom is
in mijn ervaring alle leed verdwenen.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten