Jezus gaat een stapje verder richting juist-gericht denken.
Hij begon met het onderwijzen wat er in het andere
deel van onze denkgeest terug te vinden is en zoals Jezus dit ook in de les
aangeeft heeft iedereen waarschijnlijk moeite om dit te geloven. Als je echt
zou weten dat je een deel bent van God en dat bijgevolg hiervan je denkgeest
heilig is, dan zou je geen gedachten van afgescheidenheid en speciaalheid
hebben. Dus, het feit dat je hier bent of beter gezegd dat je denkt dat je hier bent, is zeggen dat je
denkgeest geen deel uitmaakt van Die van God en dat je daarom niet heilig kunt
zijn.
In deze les en ook de volgende vijftien, helpt Jezus ons
bewust te worden dat er een ander deel is dat in het begin van het tekstboek
bekend staat als de juist-gerichte
denkgeest. Dit deel is door de Heilige Geest nog steeds verbonden met de
heiligheid van God en is nooit veranderd, ondanks onze goddeloze dromen van
schuld en oordeel.
(1:1-3) Het idee van
vandaag beschrijft niet de manier waarop jij jezelf nu ziet. Het beschrijft
echter wel wat visie jou zal tonen. Het is moeilijk voor ieder die denkt dat
hij in deze wereld is, dit van zichzelf te geloven.
Jezus zegt ons hier dat hij er zich bewust van is dat dit
niet de manier is waarop wij onszelf zien en hij verwacht van ons ook niet dat
wij geloven wat hij ons zegt. Het is zijn doel om met het proces te beginnen
dat ons leert dat er een alternatief is in onze denkgeest. Hij wil niet dat dit
gebruikt wordt als een mantra die we gedurende de hele dag steeds maar blijven
herhalen teneinde onze liefdeloze gedachten te overroepen, maar eerder door
deze training aan te houden wil hij dat we onze liefdeloze gedachten naar deze
liefdevolle gedachte brengen. Deze liefdeloze gedachten zijn tot op zekere
hoogte een uiting van ons geloof dat we onheilig of zondig zijn. Dus moeten we
komen tot onze nieuwe manier van begrijpen, die is dat er niet alleen een
andere manier is om naar onszelf te kijken maar dat er een andere manier is om
over onszelf te denken. Wanneer we de duisternis van onze niet-heilige,
illusoire gedachten naar het licht brengen van de heilige, echte en ware gedachten,
dan zal het licht de duisternis verdrijven.
(1:4) Toch is de
reden waarom hij denkt dat hij in deze wereld is, dat hij het niet gelooft.
Omdat we niet geloven dat we een deel van God zijn moeten we
wel geloven dat we hier in de wereld zijn. Hier te leven als een afgescheiden
wezen, zowel fysiek als psychisch, te midden van andere afgescheiden wezens is
de schaduw van de gedachte die zegt: ik ben op mijzelf en afgescheiden van God. Nogmaals, de echte reden
dat we geloven dat we hier als lichamen zijn, is de bevestiging van het
onderliggende geloof dat we afgescheiden zijn en daarom niet geloven dat onze
denkgeest een deel is van de Denkgeest van God en dat we heilig zijn. Deze les
weerspiegelt daarom het Verzoeningsprincipe: het geloof dat, ondanks het geloof
dat we God hebben verlaten, in werkelijkheid de afscheiding nooit gebeurd is.
Daarom ben ik echt een deel van God en dus heel heilig.
(2:1-2) Je gelooft
dat je deel uitmaakt van waar je denkt dat je bent. Dat komt doordat je jezelf
omgeeft met de omgeving die je wenst.
We geloven dat we in deze wereld zijn en er deel van
uitmaken als een afgescheiden lichaam en leven tussen andere afgescheiden
lichamen. Op het niveau van het zijn, als één afgescheiden Zoon hebben we een
omgeving gemaakt die de afscheiding in stand houdt en hebben dan vergeten dat
we dat gedaan hebben door het reddingsplan van het ego te volgen. Het resultaat
hiervan is dat we geloven dat de wereld werkelijk is en dat wij hier werkelijk
deel van uitmaken. Op individueel niveau, zoals eerder besproken, willen we
voelen dat we oneerlijk behandeld worden. Of dit nu wel of niet het geval is,
we willen het op die manier waarnemen. Jezus herinnert ons hier aan deze
omschrijving in de tekst, een prachtige regel die reeds aangehaald werd:
Als wij onze broeder ervaren
alsof hij ons niet van Christus spreekt, dan komt dat enkel omdat we onszelf
ervan moeten beschuldigen niet eerst tot hem over Christus te hebben gesproken.
(T. 11. V. 18:6).
Dus sterk overtuigd van onze waarneming besluiten we hieruit
dat ons slachtofferschap gefundeerd is.
(2:3) En je wenst die
(de leefomgeving van een afgescheiden wereld) om het beeld dat je van jezelf hebt gemaakt te beschermen.
We hebben een fysieke wereld van afscheiding gemaakt om ons
zelfbeeld als afgescheiden wezens te beschermen. Dit zou het duidelijk moeten
maken waarom Jezus het nooit heeft over het veranderen van de wereld of het
redden van de wereld want er is geen
wereld. Hij heeft het enkel over het redden van het zelfbeeld dat we
gemaakt hebben: het zondige, schuldige, gefragmenteerde beeld van angst die we koesteren.
Het is onze wens afgescheiden te zijn die de oorzaak is van de afgescheiden
wereld. Daarom moeten we die wens veranderen wanneer we ons werkelijk vredig willen
voelen.
(2:4-7) Het beeld is
deel van deze omgeving. Wat je ziet terwijl je gelooft dat je daarin bent,
wordt gezien door de ogen van het beeld. Dat is geen visie. Beelden kunnen niet
zien.
Wat is het beeld? Ik ben begrensd, gefragmenteerd,
afgescheiden, onafhankelijk en autonoom. De aard van de wereld en alles wat er
is, is de projectie van dit beeld. Iedereen in deze wereld is alleen. Daarom is
speciaalheid zo’n krachtige verdediging. Eén van onze behoeften is om mensen
rondom ons te hebben zodat we niet de pijn en de eenzaamheid ervaren die
onvermijdelijk is wanneer we deel zijn van deze wereld en niet leven in de
Hemel, ons echte Thuis.
Deze alinea is veelzeggend - het denksysteem van een Cursus
in Wonderen, zijn metafysica, het denksysteem van het ego en het ongedaan maken
ervan door middel van vergeving kan in deze passage herkend worden en het is goed
hier een moment stil bij te staan.
(3:1-2) Het idee voor
vandaag biedt een heel ander zicht op jezelf. Door jouw Bron vast te stellen,
stelt het jouw Identiteit vast en het beschrijft jou zoals jij in waarheid
werkelijk moet zijn.
Met andere woorden, ik ben een deel van God en ik ben heel
heilig. Daarom is Bron en Identiteit met een hoofletter geschreven: Jezus
spreekt hier over God en de Christus die ons ware Zelf is.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten