(1:1-3) Het idee voor
vandaag maakt een begin met de beschrijving van de voorwaarden die gelden voor
de andere manier van zien. Innerlijke vrede is ontegenzeglijk een innerlijke
zaak. Het moet beginnen bij je eigen gedachten en zich dan naar buiten toe uitbreiden.
Gemoedsrust is een ‘innerlijke aangelegenheid. Het probleem
echter is dat we meestal denken dat dit het resultaat is van een uiterlijke
wereld wanneer aan onze behoefte is voldaan. Jezus leert ons echter dat vrede
niets te maken heeft met het uiterlijke. Dit gegeven kan echter voor
ongerustheid zorgen omdat hier gezegd wordt dat niets buiten ons, ons op geen
enkele manier kan kwetsen noch ons vrede kan geven – de uiterlijke wereld kan
ons niet bedreigen, ons niet tot slachtoffer maken of ons goed doen – er is niets buiten ons! De uitdaging
ligt hier om bijzonder waakzaam te zijn en niet terug te vallen in een
ontkenning ervan. Wat behulpzaam kan zijn om niet in deze val van het ego te
trappen is te herkennen dat het praktische gevolg van deze gedachte is dat, ook
al ervaren we ongerustheid die we toe schrijven aan een uiterlijke oorzaken, we
ons altijd naar binnen kunnen wenden tot de Leraar van de waarheid die ons er
liefdevol aan herinnert dat vrede een keuze is die we kunnen maken (en daarom
ook kunnen ervaren) ongeacht de omstandigheden. Ik herinner mij wanneer ik voor
de eerste keer deze les deed ik vrede verving door Jezus. Met andere woorden
wanneer we geneigd zijn om een deel van de vergissing werkelijk te maken, dan
kan ik nog altijd voor Jezus als mijn leraar kiezen en mij herinneren om te
glimlachen met de dwaasheid van het geloof dat er iets anders dan zijn liefde
in mijn denkgeest kan zijn.
(1:4) Juist uit jouw
vredige denkgeest vloeit een vredige waarneming van de wereld voort.
Dit is het enige wat belangrijk is en het enige waarop Een
Cursus in Wonderen zich richt: dat we de wereld vredig waarnemen. Jezus pleit
hier niet voor vrede in de wereld, want er is geen wereld die waargenomen kan
worden buiten onze denkgeest. Vragen om uiterlijke vrede is wanneer er eerst
daarbuiten een geschil waar werd gemaakt. Nogmaals, er is geen wereld die los
staat van de manier hoe we ze waarnemen. Wat voor mij als student van deze
cursus belangrijk is, is het corrigeren van mijn waarneming en dat doe ik door
mijn denken te corrigeren. Dit wordt bereikt door mijn onjuiste keuze van
leraar te corrigeren. Daarom kan je in deze les ‘Ik kan in plaats hiervan vrede
zien.’, zoals ik hiervoor aangaf, zeggen ‘Ik kan in plaats hiervan Jezus zien.’
Dat benadrukt nog meer de persoonlijke aard van zijn onderricht.
(2) Voor de
oefeningen van vandaag zijn drie langere oefenperioden nodig. Aangeraden wordt
er een ‘s ochtends en een ‘s avonds te doen, met nog een derde ergens
daartussenin op een tijdstip waarop je je er het meest klaar voor voelt. Alle
oefeningen moeten met gesloten ogen worden gedaan. Het is je innerlijke wereld
waarop het idee van vandaag moet worden toegepast.
We worden dus aangespoord om deze oefeningen met gesloten
ogen te doen waarbij Jezus de aandacht vestigt op onze gedachten – de
innerlijke toestand in vrede te zijn. Dit is de eerste vereiste voor het proces
van gedachtenonderzoek (zoals reeds eerder gezegd een centraal thema van Een
Cursus in Wonderen). Naarmate je meer verdiept in deze materie kan het niveau
van de angst zo groot worden dat je in de verleiding kan komen jouw
ego-gedachten te bedekken en te denken dat je er geen rekening meer mee hoeft
te houden omdat je denkt als je dat wel doet je daardoor de illusie werkelijk
maakt, het onjuist citeren van sommige metafysische ideeën van de Cursus, zoals
dat je heilig bent en geliefd door God en dat er bovendien niets gebeurd is en
je hier zelfs niet bent. Net zoals op vele andere plaatsen dringt Jezus erop
aan ons denken te onderzoeken op ego-gedachten. Wanneer je denkt dat je er geen
hebt dan is Een Cursus in Wonderen het perfecte middel voor jou door jou te
zeggen dat je wel degelijk dergelijke gedachten hebt. Als je geen egogedachten
zou hebben zou je hier ook niet zijn. De bedoeling is om je bewust te worden
van je aanvalsgedachten of deze nu gericht zijn tegen jezelf of tegen anderen,
zoals we nu kunnen zien:
(3:1-2). Voor elk van
de lange oefenperioden is ongeveer vijf minuten van gedachtenonderzoek nodig.
Onderzoek je denkgeest op angstgedachten, situaties die je verontrusten,
‘ergerlijke’ personen of gebeurtenissen of iets anders waarover je weinig
liefdevolle gedachten koestert.
Je hoeft niet diep te graven om deze gedachten op te merken.
Het is belangrijk dat je ze uitgraaft terwijl je werkt met deze lessen. Wanneer
je er niet bewust van bent dan heeft het idee ‘vrede zien in plaats van dit’
geen betekenis. Ik zou vrede kunnen zien in plaats van wat? Wanneer ik alleen maar liefdevolle gedachten heb dan heb ik
zeker geen behoefte aan deze les. Daarom heeft deze les een bijzondere
betekenis wanneer jij jezelf toestaat in contact te komen met de liefdeloze gedachten die afkomstig zijn
van jouw liefdeloze leraar. Gezien
vanuit dit standpunt maakt het wel degelijk uit te zeggen: ‘Ik zou in plaats
hiervan vrede (of Jezus) kunnen zien.’ De belangrijke nadruk die Jezus in zijn
Cursus legt, nl. kijken naar de duisternis en die naar het licht brengen, vind
je hierin terug. Een vergelijkende passage is deze (de eerste van vele in deze
serie):
Het is niet jouw taak op zoek te
gaan naar liefde, maar enkel in jezelf alle hindernissen te zoeken die jij
ertegen opgeworpen hebt en die te vinden. Het is niet nodig te zoeken naar wat
waar is, maar wel naar wat onwaar is. (T. 16. IV. 6:1-2)
(3:3) Merk ze
allemaal terloops op en herhaal het idee voor vandaag langzaam terwijl je
gadeslaat hoe ze in je denkgeest opdoemen, laat ze dan een voor een los en ga
door met de volgende.
Met andere woorden je kan een gedachte niet laten gaan
wanneer je je er niet bewust van bent dat je ze hebt. Bovendien kan je ze niet
loslaten tenzij je werkelijk gekozen hebt voor Jezus of de Heilige Geest als
jouw leraar. Doe je dit niet, dan laat je ook die gedachte niet los. Tegen Hen kiezen wil zeggen kiezen voor het ego, wat zoveel betekent als
kiezen voor de afscheiding, om maar niet te spreken van de schuld, de angst en
bezorgdheid die er onvermijdelijk is eens je de verkeerde keuze hebt gemaakt.
‘Ze allemaal terloops opmerken’ betekent ze niet groter maken dan ze zijn, wat Jezus
bedoelt als hij zegt naar je ego kijken. Niet
kijken is een reflectie van het feit dat je ze wel groter gemaakt hebt dan ze
zijn, want hadden we ze niet zo serieus genomen dan zouden we deze gedachten
niet zoveel beladen hebben met de schuld die ons ervan weerhoudt ernaar te
kijken.
De zachtmoedigheid van Jezus blijkt opnieuw in de volgende
alinea, net zoals hij dringend verzoekt om verder te oefenen ondanks de angst
en de weerstand:
(4) Als het je moeite
gaat kosten om aan specifieke onderwerpen te denken, blijf het idee dan rustig
voor jezelf herhalen, zonder het op iets in het bijzonder toe te passen. Zorg er
echter wel voor dat je niets speciaal uitsluit.
Traag, stabiel en zacht is de winnaar van deze race.
In alinea’s 5 en 6 wijst Jezus er op de les telkens toe te
passen wanneer we ongemak voelen en benadrukt hij de noodzaak onszelf toe te
staan in contact te komen met deze gedachten:
(5-6) De korte
toepassingen dienen talrijk te zijn en moeten telkens worden uitgevoerd wanneer
je voelt dat je innerlijke vrede op enigerlei wijze wordt bedreigd. De
bedoeling is jezelf de hele dag tegen verleidingen te beschermen. Als een
concrete vorm van verleiding in je bewustzijn omhoogkomt, moet de oefening deze
vorm krijgen:
Ik zou in deze situatie vrede kunnen zien in plaats van wat ik er nu in
zie.
Als de aantasting van
je innerlijke vrede meer een algemene vorm van nare emoties aanneemt zoals
gedeprimeerdheid, onrust of tobberij, hanteer dan het idee in zijn
oorspronkelijke vorm. Als je voelt dat jij meer dan één toepassing van het idee
van vandaag nodig hebt om je te helpen in enige specifieke context tot andere
gedachten te komen, probeer er dan een paar minuten voor uit te trekken en die
te besteden aan het herhalen van het idee, tot je enig gevoel van verlichting
bespeurt. Het zal jou helpen als je concreet tegen jezelf zegt:
Ik kan mijn gevoelens van gedeprimeerdheid, onrust of tobberij [of mijn
gedachten over deze situatie, persoon of gebeurtenis] vervangen door vrede.
Daarom, om nog maar eens terug te komen op dit belangrijk
punt, zal deze les en inderdaad alle lessen, geen betekenis hebben voor jou en
zullen ze je niet helpen tenzij je eerst voor jezelf deze gedachten en
gevoelens van depressie, bezorgdheid, ongerustheid, aanval, enz., toegeeft. Het
is niet dat ze slecht zijn om ze te hebben, want je bent hier omdat je ze hebt.
Want zegt Jezus ons in het kader van onze bereidheid om voor het heilig
ogenblik te kiezen:
Concentreer je alleen hierop en
wees er niet over verstoord dat schaduwen haar omringen. Daarom juist ben je
gekomen. Als jij zonder ze kon komen, zou je het heilig ogenblik niet nodig
hebben. (T. 18. IV. 2:4-6)
Wat daarom ‘slecht’ is, is doen alsof je ze niet hebt want
dan zal Jezus voor jou niet behulpzaam kunnen zijn en kan hij jou niet helpen.
Je moet deze gedachten naar hem brengen. Dat is onze taak, zoals hij ons in de
tekst hieraan herinnert:
Je vraagt je misschien af waarom
het zo cruciaal is dat jij je haat in ogenschouw neemt en de volle omvang ervan
beseft. Je denkt misschien ook dat het voor de Heilige Geest een klein kunstje
moet zijn jou die te laten zien en hem te verdrijven zonder dat jij jezelf
daarvan bewust hoeft te maken. (T. 13. III. 1:1-2)
Vanwege de behoefte om ons meer bewust te zijn van deze
haatdragende gedachten, hebben we de 'frequente toepassingen' die Jezus
aanbeveelt, hard nodig. Discipline en waakzaamheid zijn noodzakelijk wanneer we
deze donkere gedachten te pakken willen krijgen om ze naar zijn helend en
vergevend licht te kunnen brengen.
Deze volgende lessen beginnen ons de wonderlijke dingen te
tonen die voorbij onze egogedachten liggen: de andere zijde wanneer we om hulp
vragen door te kiezen voor ‘een andere manier om naar deze wereld te kijken.’
Je herinnert je misschien nog mijn stelling dat een van de doelen van het
werkboek is te herkennen dat we een gespleten denkgeest hebben: het
onjuist-gerichte denken van het ego en het juist-gerichte thuis van de Heilige
Geest. Enkel door dergelijke herkenning kunnen we op een betekenisvolle manier
gebruik maken van het keuzemakende deel van onze denkgeest om de juiste keuze
te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten