zondag 11 maart 2018

Les 25 - Ik weet van niets waartoe het dient. – deel 2


(2). Je ziet de wereld, met alles daarin, als betekenisvol, gemeten naar egodoelen.

Duidelijker kan dit niet omschreven worden. Het doel van het ego is je eigen identiteit, individualiteit en speciaalheid te behouden. Aan de hand van gedachteonderzoek kunnen we ons er bewust van worden hoe waar dit is. Wees je gedurende de dag bewust hoe je over de dingen denkt, hoe alles georganiseerd is rond het bevredigen van je behoeften, rond die dingen die een goed fysiek en emotioneel gevoel geven en merk op hoe je door deze behoeften jouw wereld waarneemt.

(2:2-4) Deze doelen hebben niets te maken met wat in jouw hoogste belang is, want jij bent het ego niet. Deze verkeerde vereenzelviging ontneemt jou het vermogen van iets te begrijpen waartoe het dient. Als gevolg daarvan zal je het onherroepelijk misbruiken.

De ‘jij’ waar Jezus naar verwijst is niet het ego – het fysieke of psychische zelf – het is de jij waar wij naar verwijzen als de keuzemaker. In de tekst neemt Jezus hetzelfde standpunt in wanneer hij de retorische vraag stelt: ‘Wie is de ‘jij’ die in deze wereld leeft?’(T. 4. II. 11:8). Deze les is een begin in het distantiëren van dit ego-zelf en het realiseren dat de ‘jij’ waar Jezus naar verwijst in onze denkgeest is. Door te kiezen voor de verkeerde leraar hebben we een verkeerde identiteit aangenomen. Hieruit volgt automatisch dat we alles verkeerd begrijpen, alles verkeerd interpreteren en alles om ons heen verdraaien doordat onze waarnemingen gericht zijn op het in standhouden van deze identificatie. De schuld die gekoppeld is aan onze speciale relaties wordt zo versterkt. Deze schuld lijkt zo enorm dat we bijna niet durven kijken naar wat we aan het doen zijn. Daarom is het zo belangrijk om een andere leraar te kiezen en Jezus toe te staan om met hem naar onze schuld te kijken, om samen met hem te kijken naar onze verkeerde waarnemingen, misbruik, verdraaiingen en aanvallen zodat hij ons kan helpen bewust te worden dat alles afkomstig is van één vergissing. Door ons met hem te verenigen wordt door de liefde deze vergissing van de afscheiding ongedaan gemaakt.

(2) Wanneer je hier overtuigd van bent, zal je proberen de doelen die jij aan de wereld hebt toegekend in te trekken, in plaats van moeite te doen ze te versterken.

Wanneer we ons realiseren wat we doen is het logischer dit doel te wijzigen. In de tekst spreekt Jezus over deze wijziging als ‘de verandering van een onheilige naar een heilige relatie’; een relatie waarvan het doel schuld of illusie was wordt nu het doel van vergeving of waarheid – het loslaten van schuld:

En zoals de onheilige relatie een onafgebroken hymne van haat is tot lof en eer van haar maker, zo is de heilige relatie een blij loflied tot de Verlosser van relaties. (T. 17. V. 1:7)

De heilige relatie … Het is de oude, onheilige relatie, getransformeerd en met nieuwe ogen gezien. (T. 17. V. 2:2).

(3) Je kunt de doelen die jij nu waarneemt ook anders omschrijven door te zeggen dat ze allemaal om ‘persoonlijke’ belangen draaien. Aangezien jij geen persoonlijke belangen hebt, draaien jouw doelen in werkelijkheid om niets. Door ze te koesteren heb je zodoende helemaal geen doelen. En dus weet je van niets waartoe het dient.

‘Persoonlijke’ staat tussen haakjes omdat er geen ‘persoonlijk’ is. Binnen de droom persoonlijke belangen hebben betekent dat ik andere belangen heb die afgescheiden zijn van die van jou. Dit kan alleen maar waar zijn als de afscheiding waar zou zijn, maar gezien denkgeesten verenigd zijn kunnen er geen persoonlijke belangen zijn. Het enige belang dat we als enige Zoon delen is het ontwaken uit de droom en terug te keren naar huis.

Een zorgvuldig en doordacht lezen van deze regels gaat gepaard met een enorme angst en dat is dan maar zacht uitgedrukt. Jezus zegt hier dat je geen persoonlijke belangen hebt. Waar wordt dit ikje dan achter gelaten dan nergens? In essentie betekent dit dat je zelfs niet bestaat. En, tussen haakjes, in deze context heeft persoonlijk dezelfde betekenis als speciaal.

Jezus vraagt hier niet om zijn woorden te aanvaarden en ernaar te leven; hij vraagt enkel om te beginnen de waanzin van je denken en van je verdraaide waarnemingen te begrijpen dat je gelooft te zien wat er niet is. Wanneer je deze overtuigingen en waarnemingen niet in vraag stelt zal je het antwoord waar je wacht niet kunnen ontvangen. Het is dus de dagelijkse gedachten te observeren, van moment tot moment en er bewust van te worden van waar ze komen. Dat ze gebaseerd zijn op het in standhouden van het doel van het ego, het in stand houden van je eigen identiteit en hierdoor bevestigd dat je om niets en niemand geeft, maar alleen wil dat er aan jouw behoeften wordt voldaan en dat jouw doelen vervuld worden.

(4) Voordat je enige zin kunt ontdekken in de oefeningen voor vandaag, is nog een andere gedachte nodig. Op de meest oppervlakkige niveaus herken je wel degelijk bedoeling. Maar bedoeling kan niet op die niveaus worden begrepen. Je begrijpt bijvoorbeeld dat een telefoon dient om met iemand te spreken die zich niet lijfelijk in je onmiddellijke omgeving bevindt. Wat jij niet begrijpt is waarvoor je hem wilt bereiken. En dit geeft nu juist jouw contact met hem betekenis of niet.

We zijn ons allemaal bewust van oppervlakkige doelstellingen, maar we zijn ons niet bewust van de ware onderliggende bedoeling. Wanneer we het voorbeeld van de telefoon gebruiken is het echte doel van het belletje om ons de kans te bieden het doel van het ego met afgescheiden belangen te overwegen tegenover het doel van de Heilige Geest van het delen van gemeenschappelijke belangen. Dit is het wat Een Cursus in Wonderen zo eenvoudig maakt omdat het ons leert dat er slechts twee doelstellingen zijn die we in overweging moeten nemen: het doel van het ego die er in bestaat om onze individualiteit en afscheiding te behouden, die de wereld echt maakt en bewijst dat Jezus verkeerd is en het doel van Jezus die er in bestaat ons alles wat we  geleerd hebben, af te leren en uiteindelijk in alle nederigheid te aanvaarden dat hij gelijk heeft en dat wij mis zijn, dat de afscheiding van God een droom was die nooit werkelijkheid is geworden.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten