woensdag 9 maart 2016

Thema uit ECIW - 81 - Intellectuele en niet-intellectuele benadering van de Cursus




Soms vertel ik het verhaal over Helen die, wanneer ze klaar was met het neerschrijven van de Cursus zei: ‘Godzijdank is er nu ook iets voor intellectuelen.’
Waar ik het nu dus over wil hebben is om naar de Cursus te kijken door ofwel de ogen van de intellectueel of van de niet-intellectueel. Dit is een conflict die zich blijft voortdoen, niet alleen binnen de kringen van de Cursus, maar ook op vele verschillende gebieden in onze maatschappij.
Ik denk dat wanneer we op de juiste manier naar Een Cursus in Wonderen zouden kijken we zouden herkennen dat hij bedoeld is om hem zowel intellectueel als niet-intellectueel te begrijpen en in praktijk te brengen. Hiermee bedoel ik dat het doel van de tekst, die de kern vormt van de leer van de Cursus, duidelijk geschreven is op een hoger intellectueel niveau. Van het werkboek, dat het eenjarig trainingsprogramma van de denkgeest is en een essentieel deel van het leerplan van Een Cursus in Wonderen vormt, kan zeker gezegd worden dat het niet-intellectueel is, maar anderzijds wel bedoeld is om – op dagelijkse basis - de toepassing te zijn van de principes uit de tekst die eerder theoretisch is.
Reeds in het begin zegt het werkboek, in zijn inleiding, dat wat deze oefeningen – 365 lessen – betekenis geven is de theoretische basis van de tekst. We hebben natuurlijk beide nodig om volledig voordeel te halen uit het leerplan van de Cursus.
Voor het doel van vandaag zetten we even het Handboek voor leraren opzij, al maakt dit ook een integraal deel uit van de Cursus.
Het is duidelijk dat de tekst het deel is van de Cursus dat bestudeerd moet worden, maar ook hier kunnen we stellen dat wanneer we dit enkel op een intellectuele manier benaderen of een intellectuele poging doen, we de essentie ervan zullen missen.
Vanaf het begin dat ik hierin les geef heb ik altijd gezegd dat de tekst gelezen moet worden als een symfonie. De tekst moet gelezen worden als een groot episch gedicht, het moet gelezen worden als een deel van een meesterwerk - dat het ook is. Het gebruik van symbolen, metaforen, de schoonheid van de taal waarvan het meeste ervan geschreven is in een jambische pentameter en in een soort dat zich hiertoe leent.
Wanneer we ervoor kiezen om de tekst te nemen als een wetenschappelijke verhandeling, wanneer we proberen de tekst te analyseren en elk woord of elke term een specifieke betekenis te verlenen, dan zullen we geneigd zijn om de haren uit het hoofd te trekken omdat de Cursus zich hiertoe niet  leent; uitdrukkingen worden niet consistent gebruikt, er zijn tegenstellingen, sommige punten verschillen in een deel van de tekst met thema’s uit een ander deel, maar dit krijgt allemaal betekenis wanneer het gelezen wordt vanuit het hart en niet met het hoofd.
Ik vernoem vaak de analogie tussen de tekst en het beoefenen van de Cursus met een ladder wat ook een symbool is die door de Cursus gebruikt wordt. In de tekst zijn er passages die geschreven en tot ons gericht zijn vanop de onderste sporten van de ladder, die onze ervaringen hier in de wereld als een lichaam, vertegenwoordigen en dan zijn er die passages die gericht zijn van op de bovenste top van de ladder of het hoogste bereik van de ladder die te maken heeft met de geest en zelfs met de Hemel die voorbij de geest ligt.
Wanneer we dus de Cursus lezen moeten we hem ervaren als een symfonie en niet als een lineaire vooruitgang van gedachten, maar als een symfonie waarin thema’s geïntroduceerd worden, weer opzij worden gezet, teruggebracht, ontwikkeld, weer opzijgezet, enz., enz., als iets dat in ons teweeggebracht wordt alsof de boodschap van de Cursus in ons hart resoneert, een zeker overstijgen van het intellect en het brein.
Maar anderzijds is de Cursus ook geschreven op een hoog intellectueel niveau en hier moet ook aandacht aan gegeven worden. In zekere zin zien we dat wanneer we aan de slag gaan met de Cursus het intellect geleid wordt voorbij het intellect. Niet zo verschillend als wanneer de Cursus spreekt over hoe de Heilige Geest gebruik maakt van tijd, dat de Heilige Geest tijd gebruikt om ons te leren dat er geen tijd bestaat. In zekere zin dus - en dan vooral de tekst als essentieel deel van het leerplan van de Cursus - gebruikt de tekst het intellect als een manier om ons voorbij het intellect te brengen. Wanneer we echter hardnekkig blijven volhouden om het enkel met onze hersenen, met het brein te lezen, dan komen we vast te zitten. Op dit punt is de waarschuwing van de Cursus die in de tekst is opgenomen, behulpzaam: dat het ego analyseert en dat de Heilige Geest accepteert. We moeten de waarheid van de Cursus aanvaarden, niet omdat het iets betekent voor ons brein, ons intellect, maar omdat er iets in ons hart ontwaakt. Ik bedoel, dat is de echte schoonheid van de Cursus en hier worden studenten van de Cursus toe aangetrokken.
Ik heb al vaak gezegd dat indien 99% van de studenten vanaf het begin zouden weten wat de Cursus zegt, zij het boek nooit zouden gekocht hebben of er zouden blijven aan vasthouden omdat wat hen raakt niet de schittering is van de theorie, wat hen raakt is de hoop die hierdoor verkregen wordt. Het maakt iets wakker dat reeds lang ligt te slapen in hun hart, de hoop dat terugkeer naar huis mogelijk is. Maar de liefde en de zachtaardige wijsheid die op bijna elke bladzijde van de Cursus vrijkomt is datgene wat ons raakt en dat gaat voorbij ons brein ook al moeten onze hersenen er in zekere zin naar kijken.
In dit verband is het leerzaam om ons te herinneren dat we in alle drie de boeken – tekst-, werk- en handboek voor leraren – gezegd wordt dat hersenen niet denken, ogen niet zien en oren niet kunnen horen en een lichaam in feite niets doet. Wanneer we het dus zeggen dat de Cursus ons hart raakt is, wat we hiermee in feite doen, het symbool van het hart gebruiken als de denkgeest die voelde dat er niet langer enige hoop op terugkeer naar huis was.
De Cursus vertegenwoordigt dus deze prachtige mengeling van het intellectuele en het niet-intellectuele - niet het anti-intellectuele, maar het niet-intellectuele - en we hebben beide nodig omdat de structuur van de Cursus van tekst-, werk- en handboek erom vraagt dat we beginnen met een intellectueel begrip en benadering ervan, maar dat dit onze ervaring niet in de weg staat en zeker niet in de weg van de liefde die de bron is van de Cursus en die de aantrekking tot de Cursus vormt en de liefde waar de Cursus naar verwijst als de aantrekking van liefde tot liefde. Het is de liefde van Een Cursus in Wonderen die aangetrokken wordt door de liefde in onze harten en het is de liefde in onze harten die smacht naar de liefde die ons door de Cursus aangeboden wordt. Kies dus niet voor ‘het ene of het andere’ om het maar met woorden uit de Cursus te zeggen al is het dan wel in een andere context. Het is werkelijk: samen of helemaal niet. Het is het intellect en het non-intellect die zich verbindt en ons zo voorbij leidt naar de vrede van God. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten