woensdag 23 maart 2016

Thema uit Een Cursus in Wonderen - 83 - Het doel van het werkboek



Goedemorgen. Van onze YouTube-kijkers krijgen wij vragen en ik wil af en toe deze opnames gebruiken om deze vragen te beantwoorden. Een vraag die regelmatig gesteld wordt, niet alleen door de kijkers van deze opnames, maar ook in workshops, die vraag is hoe het mogelijk is dat na het doen van de werkboeklessen of tijdens het beoefenen van het werkboek, men zich niet beter voelt. Is het niet zo dat het werkboek of de Cursus belooft dat mijn denkgeest genezen zal zijn als ik de lessen heb gedaan? Het is duidelijk dat het niet om een dergelijke belofte gaat en de mensen die het werkboek doorlopen hebben en toch voelen dat er niets veranderd is hebben spijtig genoeg een zin overgeslagen die bijna op het einde van het werkboek staat en die zegt dat deze Cursus pas een begin is en geen einde. Met andere woorden, het doel van het werkboek is om ons te helpen als studenten van de Cursus om een eenjarig trainingsprogramma te doorlopen die onze voeten op het juiste pad met de juiste leraar zet en die weg is, zoals ik eerder al gezegd heb, is werkelijk een weg waar Jezus ons leidt van een toestand van geesteloosheid (van niet bewust zijn) met name de identificatie met een lichaam naar een toestand van mindfulness waarbij we herkennen en herinneren dat we een keuzemakende denkgeest zijn en dat we een keuze hebben.

Dat is de reis en een manier waarop we kunnen begrijpen wat het werkboek voor ons doet is dat het ons werkelijk helpt om bewust te worden, om te herkennen dat alles gebeurt in de denkgeest.
‘Ideeën verlaten hun bron niet’ is een belangrijk thema, niet alleen in het tekst- en handboek, maar ook in het werkboek. Dat wat wij buiten ons zien een projectie is van dat wat we binnen in ons waarnemen.

Les 23 zegt dat de wereld die we zien een weergave is in beelden van jouw aanvalsgedachten. Het is om ons te helpen in het herkennen dat we denkgeest zijn en niet een lichaam. Dat de dingen ons niet overkomen, dat we ons niet gelukkig of ongelukkig voelen omwille van uiterlijke gebeurtenissen, maar dat datgene wat we voelen afkomstig is van de keuze van onze denkgeest omdat onze denkgeest het enige is wat bestaat. Wat er binnen de illusie is, is een gespleten denkgeest en het is de genezing van de gespleten denkgeest die ons wakker maakt uit de droom van onbewust zijn en van het denksysteem van het ego van schuld en ons terugbrengt naar de Geest met hoofdletter G, die onze ware Identiteit als Christus is.

Het doel van het werkboek is dus om het startsein te geven voor een levenslang proces om, nogmaals, onze voeten op de juiste weg te zetten met de juiste leraar. Het kan dus voor studenten niet zo zijn dat zij het werkboek doorlopen en voelen dat hun denkgeest genezen is, dat ze voelen dat hun leven noemenswaardig beter is. Het is natuurlijk goed als dit gebeurt, maar het is zeker een vergissing wanneer dit de verwachting is.

We zijn er ons allemaal bewust van hoezeer we geïdentificeerd zijn met het denksysteem van ons ego, hoe moeilijk het ook is voor studenten, voor mensen die reeds 10,20, 30 jaar student zijn van de Cursus om het oordeel los te laten. Onze hele identiteit is gesteund op oordeel. En het is in feite zo dat het denksysteem van het ego begonnen is bij/met een oordeel. We zijn door een oordeel geboren.
In een lichaam zijn betekent dat we geloven dat oordeel gelijk staat voor verlossing, andere mensen als zondig zien waardoor wij zondeloos zijn. Het is niet mogelijk om eens met de vingers van de Cursus te knipperen of het werkboek te doen en daardoor verlost te zijn van het ego.

Ik heb het vaak over de ontdekking die Freud had in verband met het fenomeen rond weerstand, wat in feite een heel merkwaardige ontdekking was. En dat was dat zijn patiënten niet beter wilden worden, dat er een onbewuste weerstand is om beter te worden. En ook al wordt er in Een Cursus in Wonderen niet over dit concept gesproken op de manier zoals Freud deed, is het toch zo dat Jezus hier doorheen het hele boek, naar verwijst. Dat is ook de reden waarom, binnen de tijd, ons Verzoeningspad tijd inneemt. Telkens en telkens weer verwijst Jezus hiernaar als zijnde een proces.

In ‘Het ontwikkelen van vertrouwen’ heeft hij het over de zes fases. Hij zegt dat wanneer we hem bij de hand nemen op onze reis het ego uit is op het nemen van wraak. Naarmate we het licht naderen dompelt het ego ons opnieuw de duisternis in. Het is dus duidelijk dat werken met de Cursus een leerproces vormt en dit wil dus zeggen dat we hierin leren dat het ego tegen ons heeft gelogen en dat onze leraar, de Heilige Geest of Jezus de enige is die de waarheid spreekt; dat het niet de wereld is die verantwoordelijk is voor onze ziekte, ons ongemak, ons plezier of onze pijn omdat er geen wereld is. 

Want nogmaals, het is een beeldende weergave, het is een uiterlijk beeld van een innerlijke toestand en die innerlijke toestand is de keuzemakende mogelijkheid van de denkgeest. Of kiezen voor het ego als onze leraar of voor de Heilige Geest als onze leraar.

Dus, nogmaals, het is een proces en de student zou zich niet moeten focussen op het genezen van zijn of haar denkgeest en dit moet niet gezien worden als het doel waar men moet naar streven en dat men wil bereiken. Waar men zich eerder moet op richten zijn de dagelijkse lessen en hierbij het grotere plaatje over laten aan de leraar. Met andere woorden, de beelden verwisselen.

Wanneer je in een symfonisch orkest speelt dan bestaat jouw taak er enkel in om de stok te volgen van de dirigent en de noten te spelen die op jouw blad staan. Het is de verantwoordelijkheid van de dirigent hoe jouw instrument en alle andere instrumenten samengaan om er een prachtig geheel van te maken. Jouw taak bestaat er enkel uit dat te spelen wat op jouw blad staat en dit zo goed mogelijk te doen en de stok te volgen van de dirigent waardoor jij het goede ritme volgt.


We worden door deze Cursus niet gevraagd om ons zicht te richten op het groter geheel. Onze blik moet enkel gericht zijn op ons dagelijks oefenen en onze dagelijkse lessen. En wanneer je het werkboek trouw en vlijtig doet dan zal je op het einde van je eenjarig trainingsprogramma goed op weg zijn om de rest van je leven door te brengen met jouw leraar waardoor je leert wat het wil zeggen een denkgeest te zijn en niet een onbewust, geesteloos lichaam. Leren dat het inderdaad vergeving is die de sleutel tot geluk vormt en niet oordeel. Maar dit vergt oefening en training. Dit vraagt toewijding en het vraagt, nogmaals, om een dagelijks, dag in en dag uit, beoefenen van vergevingslessen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten