woensdag 2 maart 2016

Thema uit Een Cursus in Wonderen - 80 - Het gelaat van Christus




Deze morgen hebben we het over het gelaat van Christus. Dit is een van de uitspraken die in de Cursus regelmatig voorkomt en wordt, zoals vele andere uitspraken en zinnen uit de Cursus, makkelijk verkeerd begrepen. Deze misvatting, waar veel studenten van de Cursus van in het begin mee geplaagd worden, komt door de verwarring tussen vorm en inhoud. Wanneer men dus die zin ‘het gelaat van Christus’ ziet dan hebben we het in feite over iets dat visueel wordt uitgedrukt (in ieder geval symbolisch gezien) en men denkt dat er verondersteld wordt dat iets gezien moet worden in hun broeders en zusters. Wanneer men Christus vergelijkt met Jezus – wat veel christenen automatisch ook doen – dan denken we dat er verondersteld wordt dat we het gelaat van Jezus moeten zien in die ander. Dit is niet wat de Cursus bedoelt en het gaat zelfs niet over iets visueels, maar over iets wat waarneembaar is.
Het onderscheid tussen het visuele en het perceptuele is dat het visuele gaat over wat onze ogen zien. Perceptueel is hoe datgene wat we met onze ogen zien geïnterpreteerd wordt door onze denkgeest.
In Een Cursus in Wonderen staat perceptie altijd voor interpretatie en niet voor wat onze ogen zien of wat onze oren horen. Het zijn niet de zintuigelijke gegevens die naar de hersenen worden gebracht om geanalyseerd te worden, het gaat om de interpretatie door onze denkgeest van dat wat onze ogen zien, wat onze reacties zijn. En er zijn er steeds twee: ik reageer en interpreteer gezien vanuit de ogen van mijn ego die afscheiding ziet, verschillen, oordeel, aanval of ik zie het door de ogen van Jezus of de Heilige Geest die herkent dat ondanks de schijnbare verschillen die er onder lichamen zichtbaar zijn of die de wereld ons toont, iedereen hier gelijk is omdat we allemaal dezelfde denkgeest delen, dezelfde gespleten denkgeest: het ego, de Heilige Geest en de keuzemaker.
Het gelaat van Christus heeft dus niets te maken met wat onze ogen zien. Het wil zeggen dat we iemand anders niet als anders zien, het heeft te maken met de houding ten overstaan van.
In Een Cursus in Wonderen staat het gelaat van Christus synoniem voor het gelaat van de onschuld. Dat is de betekenis van het gelaat van Christus en in die context is het identiek met vergeving, nl. wanneer we naar iemand kijken zien we in plaats van zonde en schuld in hem – wat projecties zijn van onze eigen onbewuste schuld – zien we het gelaat van onschuld omdat we naar hem kijken met ons juist gerichte denken in plaats van met ons onjuist gerichte denken. Wanneer we kijken met het juist gerichte denken dan kijken we met de waarneming, de waarneming van ons zelf als onschuldig, wat zoveel betekent als overal rondom ons onschuld zien.
Het gelaat van Christus is dus het gelaat van de vergeving waarbij we onze waarneming van iemand transformeren van zonde en schuld naar heelheid en onschuld. Dit heeft dus te maken met de inhoud en niet met de vorm.
Wanneer er dus in les 181 gezegd wordt dat ik mijn broeders vertrouw omdat zij een zijn met mij dan wil dit niet zeggen dat ik hun ego vertrouw. Het wil zeggen dat wij het gelaat van Christus vertrouwen dat voorbij hun ego ligt - voorbij alle waarnemingen van henzelf als schuldige zondaar of onze projecties op hen waardoor we hen zien als de schuldige zondaars i.p.v. onszelf. Dat daar de juist denkende onschuld is, dat daar de juist denkende Verzoeningsgedachte is die zegt dat zonde zich nooit heeft voorgedaan. Wat je ook denkt dat je gedaan hebt, het is niet gebeurd. Binnen de wereld van de illusie kan het dan wel gebeurd zijn, in de wereld van de dromen, maar het is niet gebeurd in die zin dat het enig effect op mij kan hebben. Wat jouw zogenaamde zonde ook moge zijn, de liefde van God is nog steeds in mij. Dit vormt de basis voor mijn vergeving van jou. Dit vormt de basis om het gelaat van Christus in jou te zien en erop te vertrouwen dat dit gelaat van de onschuld in jou is ongeacht hetgeen waarvan ik jou beschuldig, de wereld jou van beschuldigd dat je gedaan hebt of waar jij jezelf van beschuldigd. Niet een van die beschuldigingen of zelfbeschuldigingen heeft iets te maken met de waarheid van de Verzoening die zegt dat de afscheiding van God, de afscheiding van Liefde, de afscheiding en opsplitsing van het Zoonschap, dat niets van dit alles is gebeurd. We blijven zoals God ons heeft geschapen.
Het gelaat van Christus dus in iemand zien is herkennen dat jij nog steeds bent zoals God jou geschapen heeft, dat ik nog steeds ben zoals God mij geschapen heeft en die volmaakte Liefde die ons als geest verbindt is op geen enkele manier geraakt door gelijk welke verhitte droom van het ego.
Nogmaals: het gelaat van Christus zien is zeggen dat ik jou vergeef voor wat jij niet gedaan hebt. Jij hebt de liefde en de vrede van God niet van mij afgenomen. Het is dus onze taak om dag in en dag uit dit gelaat te zien. ‘Mijn blik is gericht op het gelaat van Christus en op niets anders’ zegt het werkboek. Ik wil dus nergens anders naar kijken omdat in plaats van mijn projecties te zien van mijn eigen verborgen haat en zonde, zie ik nu de onschuld die Jezus voor mij vasthoudt in mijn juist gerichte denken en zo zie ik dit overal rondom mij.

Het komt er dus op neer voor welke leraar ik kies? Door wiens ogen wil ik kijken wanneer ik naar de wereld kijk. Met oordelende ogen of met ogen van vergeving. Om het gelaat van de schuld te zien of het gelaat van de onschuld. Dat is de betekenis in de Cursus van het symbool van het gelaat van Christus en waarvan Jezus vraagt dat we zouden zien; om dat stralende gelaat te zien in alles en iedereen waar we naar kijken. Pas dan zullen we ons er bewust van worden dat onze zonden vergeven zijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten