dinsdag 23 juni 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 50 - Geest/lichaam - deel 1





Geloof het of niet, maar deze morgen zullen we het hebben over Een Cursus in Wonderen en dan in het bijzonder over wat de bron vormt van vele vervormingen en vergissingen die men maakt in het begrijpen van de Cursus en dan uiteraard bij het toepassen ervan in het dagelijkse leven en dit raakt de kern van wat de boodschap van Een Cursus in Wonderen werkelijk is. Om de betekenis van vergeving te begrijpen is het nodig om het belangrijke onderscheid te begrijpen, die Jezus door de hele Cursus maakt, tussen geest en lichaam of het onderscheid tussen de denkgeest en het lichaam.

In hoofdstuk 2 heeft hij het over niveauverwarring. In feite reeds iets eerder in de principes van wonderen. En in hoofdstuk 2 heeft hij het hierover in de context van ziekte en genezing. En de niveauverwarring is het geloof dat het het lichaam is dat ziek is en dat het daarom het lichaam is dat behoefte heeft aan genezing terwijl het zo is dat het lichaam een illusie is, … een idee die zijn bron in de denkgeest nooit verlaten heeft en daarom er ook niet buiten bestaat, maar het de denkgeest is die ziek is. De keuzemakende denkgeest die ervoor gekozen heeft te geloven in het denksysteem van het ego die zelf de ziekte is en die ook over de kracht beschikt om zichzelf te corrigeren en voor genezing kiest door voor Jezus of de Heilige Geest te kiezen als zijn leraar. Nogmaals, het is dit onderscheid tussen denkgeest en lichaam die de bron is voor zoveel misverstanden wanneer studenten Een Cursus in Wonderen beginnen te lezen en proberen ernaar te leven. De Cursus kan nooit begrepen worden wanneer hij begrepen wordt vanuit het perspectief van het lichaam; wanneer iemand die de Cursus leest, bestudeert en in praktijk brengt denkt dat hij of zij een lichaam is; denkt dat hij of zij een persoon is en bovendien denkt dat Jezus zich tot hem of haar richt als een persoon … een persoon die Een Cursus in Wonderen leest en bestudeert.

Dit kan niet zo zijn omdat ons keer op keer gezegd wordt dat ‘ideeën hun bron niet verlaten’ en dat er niemand daar buiten is. Dus hoe zou Jezus zich kunnen richten tot iemand die er niet is? Deed hij dat wel dan zou hij hallucineren, wat wil zeggen deel zou nemen aan de psychose waarvan Jezus ons zegt dat dit het lot van iedereen is. Hij maakt natuurlijk geen gebruik van het woord ‘psychose’, maar gebruikt wel het woord ‘waanzin’.  Dit op een andere manier zeggen is te herkennen … en in feite haal ik veelvuldig aan dat een manier om zich bewust te worden of in staat te zijn om de groei in deze Cursus naar waarde te schatten, is door het herkennen dat wanneer de tijd gekomen is, wanneer jij je realiseert dat de ‘jij’ waar Jezus in de Cursus voortdurend naar verwijst, nogmaals, niet de ‘jij’ is die je denkt te zijn; die persoon waarvan jij denkt die dit boek bestudeert, maar dat de ‘jij’ de keuzemakende denkgeest is die opnieuw moet kiezen. Wanneer je dat herkent, dat is het moment dat jij je er bewust van wordt dat je werkelijk vooruitgang boekt met/in deze Cursus. Dat is het ogenblik dat je begint et begrijpen dat alles in deze Cursus enkel gaat over het veranderen van jouw denken. Dat wanneer men boodschappen ontvangt van Jezus of dit nu de uitgebreide boodschap is van Een Cursus in Wonderen of persoonlijke boodschappen of ervaringen die men heeft, dat deze nooit gaan over iets wat je moet doen, het nooit gaat over de geheime missie die je denkt te hebben. Dit gaat altijd en enkel over de enige functie waarin hij geïnteresseerd is en die onze functie van vergeving is.

Daar gaat het deel ‘de speciale functie’ over (T25.VI). We hebben allemaal dezelfde speciale functie. Ze komt voor in talrijke verschillende vormen, maar we delen allemaal dezelfde functie om te leren vergeven. Dit proces doet zich enkel voor in de denkgeest omdat het alleen in de denkgeest is waar ervoor gekozen werd om niet te vergeven, maar gekozen werd voor aanval … eerst zichzelf, wat de betekenis is voor schuld, om dit dan naar buiten te projecteren en iedereen aan te vallen. Dit gaat dus in werkelijkheid allemaal over het veranderen van onze identificatie met het lichaam naar de denkgeest. Dat was ook hetgeen Jezus vanaf het begin zei tegen Helen, aan ons allemaal zegt in alle drie de boeken van de Cursus en ons voortdurend zegt in onze denkgeest. Hij die de liefdevolle aanwezigheid is van de waarheid die ons terugroept naar binnen in de denkgeest zodat wij zouden kiezen voor zijn boodschap in plaats van voor de boodschap van schuld, aanval en oordeel van het ego.

Terwijl we dus de Cursus lezen wordt ons zeker niet gevraagd om onze fysieke ervaringen in deze wereld te ontkennen want opnieuw waarschuwt Jezus in datzelfde deel uit hoofdstuk 2 en zegt hij dat het een uitermate onwaardige poging is om onze fysieke ervaringen in deze wereld te ontkennen … maar we worden gevraagd om deze ervaringen te gebruiken, fysieke en psychische als de koninklijke weg, om de term van Freud te gebruiken, die ons terugvoert naar de denkgeest waar we opnieuw kunnen kiezen. Het draait allemaal om de denkgeest en niet het lichaam, niet omtrent gedrag, niet omtrent de wereld, niet omtrent Een Cursus in Wonderen als een boek. Het draait allemaal omtrent dit nieuwe denksysteem, die in werkelijkheid oud is, maar nieuw omdat we het vergeten waren, die nu opnieuw geïntroduceerd wordt in onze ervaring en die ons helpt afstand te nemen van het lichaam terug naar de denkgeest zodat we opnieuw zouden kiezen. Gezien het de denkgeest is die de verkeerde keuze heeft gemaakt is het ook de denkgeest die een juiste keuze kan maken. En dat is het doel van Een Cursus in Wonderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten