dinsdag 21 juli 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 55 - Hoe we in een illusoire wereld gelukkig kunnen zijn.




Het thema voor vandaag is: hoe kunnen we een voldaan, gelukkig leven hebben in een wereld die gemaakt werd als een aanval op God, in een wereld waarvan ons keer op keer gezegd wordt dat ze een illusie is. Sommige passages maken zelfs melding dat er buiten helemaal geen wereld is, dat het een enorme hallucinatie is. Hoe kunnen we hier dus gelukkig zijn?

In het begin van de tekst (T6.II.6:1) is er de zin: ‘Hoe kan je vreugde vinden in een vreugdeloos oord, behalve dan door te beseffen dat je er niet bent.’ En dat is de sleutel. Wat ons in deze wereld gelukkig kan maken is door een ander doel te zien van het waarom van ons zijn hier, verschillend van het doel van het doel dat het ego ons heeft verteld.

In het begin van de tekst wordt ons gezegd dat het enige genoegen afkomstig is in het doen van de Wil van God. En zoals we telkens en telkens weer in de Cursus kunnen zien, is datgene dat als positief kan gezien worden de ontkenning, het negeren van de negativiteit van het ego. De negativiteit van het ego of het negatief ingestelde denksysteem van het ego dat zegt dat de Liefde van God een illusie is en dat mijn speciale liefde de werkelijkheid is. En niet alleen dat jij je gelukkiger zult voelen wanneer je ervoor kiest je te identificeren met mijn liefde in plaats van met de Liefde van God. En mijn wil, de wil van het ego, is om het genot zo groot mogelijk te maken en het lijden tot een minimum terug te brengen en dat dit altijd is ten koste van iemand anders.

Een van de sleutelbegrippen en in feite het hoofdprincipe van het bestaan van het ego is ‘de een of de ander’ , want in dat ogenblik, in dat onheilig ogenblik, is het denksysteem van het ego geboren. Of het was de volmaakte Eenheid van God en Zijn volmaakte Liefde of de afscheiding en speciale liefde van het ego. We kunnen niet beide hebben. Het is letterlijk of de een of de ander. Of de afscheiding is waar of het is de volmaakte Eenheid die waar is. Of het is speciale liefde - die altijd uitsluit - die werkelijk is of het is de Liefde van God -  die allesomvattend is – die waar is, maar het is of het een of het ander. Een gezien we allemaal geloven dat we bestaan als afgescheiden en verschillende wezens en entiteiten zeggen we bij elke ademhaling, bij elke handeling, elk moment elke morgen wanneer we wakker worden en we onze aanwezigheid voelen wanneer we naar de badkamer strompelen, in de spiegel kijken en iemand zien waarvan we denken dat dit ons zelf is – of we nu leuk vinden wat we zien of niet, maar we herkennen wel degelijk iemand als onszelf – in dat ogenblik zeggen wij dat ons ego gelijk heeft, dat het ego werkelijk is, dat het ego waar is en dat God een illusie is. Wat deze illusie nu versterkt, wat maakt dat deze illusie behouden blijft en het basisgeloof van het ego is, is zijn tweedelige doelstelling dat ik wil bewijzen dat ik besta en dat ik iemand anders hiervoor verantwoordelijk stel. En wanneer ik hiermee weg kom, wanneer ik van twee walletjes kan eten, wat dus wil zeggen dat ik mijn individueel bestaan bevestig, maar ik stel iemand anders hiervoor verantwoordelijk en aansprakelijk, wanneer ik dit met iemand anders doe is dit de verbintenis van het ego die in de Hemel gemaakt is. En met die andere persoon doe ik wat hij voor mij heeft gedaan. Door jou behoud ik mijn bestaan en jij behoudt jouw bestaan dank zij mij. Ik geloof dat aan mijn behoeften voldaan wordt door jou. Ik geloof dat, ten koste van jou, voldaan wordt aan mijn behoeften en jij gelooft dat aan jouw behoeften voldaan wordt ten koste van mij en dit noemen we in deze wereld een gelukkig huwelijk of een mooie vriendschap of een gelukkige relatie. Dit is de wil van het ego. Dit is hetgeen ons goed doet. En er is altijd iemand die verlies lijdt. Dit is het verlossingsplan van het ego. Iemand wint en dat er iemand is die wint betekent dat er iemand is die verliest. De vierde wet van de chaos in hoofdstuk 23 is dat wij hebben wat wij genomen hebben. Wanneer ik gelukkig ben, wanneer ik iets heb dan is er iemand die dit niet heeft. Ik heb wat ik genomen heb. Wanneer ik iets heb dan is dit omdat ik dit van iemand anders genomen heb die het nu niet langer heeft en dat is wat we van in het beginne allemaal geloofden. We hebben Gods scheppende Macht genomen. We hebben de Liefde van God genomen. We hebben ons Zijn plaats toegeĆ«igend, hebben er onze eigendom van gemaakt waardoor God het niet langer heeft. Nogmaals, het is de een of de ander, maar hier is geen werkelijk geluk bij. Er is geen ware vreugde omdat dit principe de wereld werkelijk maakt, het maakt ons individuele zelf werkelijk en maakt ons allemaal ellendig ongelukkig, maar waarbij we wanhopig proberen bewijzen dat we hier gelukkig zijn. Maar het werkt nooit omdat we diep van binnen in ons de fundamentele leugen van het denksysteem van het ego herkennen en natuurlijk ook van de wereld van het ego.

De enige manier dus om ons in deze vreugdeloze plaats vreugde te kennen is door te herkennen dat we hier niet zijn. Dit wil daarom niet zeggen dat naarmate we vergeving beoefenen we onze ervaringen in deze wereld moeten ontkennen of dat we ontkennen dat er buiten ons een wereld is of dat we ontkennen dat er een wereld is waarin enorm geleden wordt. Maar het wil wel zeggen dat we niet langer gehoor geven aan de interpretatie ervan door het ego, dat wat er buiten ons gebeurt ons gelukkig of ongelukkig maakt. We ontkennen onze ervaringen in deze wereld niet omdat, zoals Jezus ons in het begin van de tekst reeds zegt dat dit een vrij onwaardige manier van ontkennen is. Maar wat we wel doen is de interpretatie van het ego ontkennen die zegt dat wat buiten mij gebeurt, inclusief mijn lichaam, dat zich dus ook buiten mijn denkgeest bevindt, enig effect op mij heeft. De manier dus waarop ik leer om gelukkig te zijn in een wereld die ontworpen is om ongelukkig te zijn, is door de fundamentele wet van het ego niet te onderschrijven die zegt dat mijn geluk of mijn ongelukkig zijn afhankelijk is van krachten, omstandigheden, situaties, relaties buiten mij en waarover ik geen controle heb. Herkennen dat wat jij ook hebt gedaan niet de macht heeft om de Liefde en de Vrede van God van mij af te nemen dat is wat de verschuiving teweegbrengt van het doel van mijn leven hier. De functie ervan is niet langer dat het een gevangenis is waarbij iedereen tot gevangenisbewaarder is gemaakt, maar in plaats hiervan deze wereld te zien als een leerschool waarin ik de blije lessen van vergeving kan leren en die mij zeggen dat er hier niets is die enig effect kan hebben op mij. En hoe meer ik deze les leer en kan veralgemenen, hoe meer ik begin te begrijpen dat alles van het denksysteem van het ego een leugen is, inclusief de fundamentele aanname dat de afscheiding werkelijk is.

En ik leer dat de afscheiding een leugen is en dat de Verzoening juist is door in gelijk welke vorm, op gelijk welke manier aan het denksysteem van het ego niet langer de macht te geven om mijn innerlijke vrede en liefde te ontwrichten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten