maandag 3 december 2018

Les 72 – Grieven koesteren is een aanval op Gods verlossingsplan (deel 3).


(7) Dit is het universele geloof van de wereld die jij ziet. Sommigen haten het lichaam en proberen het te kwetsen en te vernederen. Anderen hebben het lichaam lief en proberen het te verheerlijken en op te hemelen. Maar zolang het lichaam in het centrum van jouw zelfbeeld staat, ben jij bezig Gods verlossingsplan aan te vallen en koester je grieven jegens Hem en Zijn schepping, zodat je de Stem van de waarheid niet kunt horen en Die als Vriend verwelkomen. Zijn plaats wordt ingenomen door jouw uitverkoren verlosser. Die is jouw vriend; Hij is jouw vijand.

Iedereen in deze wereld gelooft, zij het onbewust, dat het lichaam de redding is voor God want eenieder heeft ervoor gekozen om hier in deze wereld als een lichaam te zijn. En wie anders dan de gek zou ervoor kiezen om naar de hel te gaan in plaats van in de Hemel te blijven? We lachen allemaal om het antwoord van Cheshire Cat uit Alice in Wonderland en herkennen de wijsheid van de auteur Lewis Carroll niet:

‘In die richting’, zei Cheshire Cat, draaiend met haar rechterpoot, ‘woont een hoedenmaker en in die richting’, draaiend met de andere poot, ‘woont de Maartse Haas. Je kan ze beide bezoeken, ze zijn beide gek.’
‘Maar ik wil niet onder gekke mensen zijn’, antwoordde Alice.
‘Oh, maar dat kan jij niet helpen, ‘zei Cheshire Cat, ‘We zijn hier allemaal gek. Ik ben gek. Jij bent gek.’
‘Hoe kan jij weten dat ik gek ben?’ vroeg Alice.
‘Dat moet je wel zijn.’, zei Cheshire Cat, ‘anders zou je hier niet zijn.’

Voor het krankzinnige ego maakt het geen verschil uit of we nu een lichaam omarmen of we erdoor afgewezen worden. Op beide manieren hebben we het werkelijk gemaakt. Daarom zegt Jezus ons, zelfs twee keer, in het deel over de blokkades voor de vrede dat of we het lichaam nu als aangenaam of pijnlijk waarnemen, dit niet belangrijk is, zolang we geloven dat het daartoe in staat is (T. 19. IV. A. 17:10-11; T. 19. IV. B.12). In onze waarneming maken we het lichaam werkelijk en zien de geest als een illusie. Deze tegenovergestelde zijden – plezier en pijn – van dezelfde lichamelijk medaille worden opnieuw in les 155 besproken.

De toewijding aan het lichaam vormt de basis voor onze motivatie: we willen de Stem van de waarheid niet horen omdat dit het einde van ons ego zelf signaleert. Daarom leggen we de Heilige Geest er het zwijgen toe door het verheerlijken van ons lichaam als onze reder en vriend.

(8) We zullen vandaag proberen deze zinloze aanvallen op de verlossing te staken. We zullen in plaats daarvan proberen haar te verwelkomen. Jouw op-z’n-kop-waarneming is voor je innerlijke vrede rampzalig geweest. Jij hebt jezelf in een lichaam en de waarheid buiten je gezien, afgesloten voor je bewustzijn door de beperkingen van het lichaam. Nu gaan we proberen dit anders te zien.

Jezus roept ons op om te luisteren en daarom opnieuw te kiezen, net zoals hij doet op het einde van de tekst, al is het daar nog krachtiger:

Verleiding kent één les die ze in al haar vormen wil onderwijzen, waar ze ook maar optreedt. Ze wil de heilige Zoon van God ervan overtuigen dat hij een lichaam is, geboren in wat sterven moet, niet bij machte om aan de broosheid ervan te ontkomen en gebonden door wat het hem gebiedt te voelen. Het legt beperkingen op aan wat hij vermag; de macht ervan is de enige kracht die hij heeft; zijn greep reikt niet verder dan het nietige bereik ervan. Zou jij dit willen zijn, als Christus jou in al Zijn glorie ver scheen en jou niets anders vroeg dan dit:
Maak opnieuw de keuze of jij je plaats wilt innemen onder de verlossers van de wereld of in de hel wilt blijven en daar je broeders vasthouden wilt.
Want Hij is gekomen en Hij vraagt jou dit.

De vraag is duidelijk, het probleem zelfs nog duidelijker. Het antwoord wacht enkel op onze onvermijdelijke beslissing.

(9) Het licht van de waarheid is in ons, waar God het heeft geplaatst. Het is het lichaam dat buiten ons is en niet onze zorg. Zonder lichaam zijn betekent in onze natuurlijke staat zijn. Het licht van de waarheid in ons herkennen betekent onszelf herkennen zoals wij zijn. Ons Zelf als los van het lichaam zien betekent een einde maken aan de aanval op Gods verlossingsplan en het in plaats daarvan aanvaarden. En overal waar Zijn plan wordt aanvaard, is het al volbracht.

Het basisdoel van het werkboek is ons erin trainen terug te keren naar onze denkgeest, waarin we de keuze hebben tussen de onnatuurlijke staat van het lichaam, die het onnatuurlijke denksysteem van het ego weerspiegelt en de natuurlijke staat van ons Zelf als geest. De keuze wordt mogelijk gemaakt door de pijnlijke nutteloosheid te herkennen wanneer we blijven vasthouden aan grieven terwijl we in plaats daarvan de vrede van God kunnen hebben.

(10) Ons doel tijdens de langere oefenperioden vandaag is ons ervan bewust te worden dat Gods verlossingsplan al in ons is volbracht. Om dit doel te bereiken, moeten we aanval vervangen door aanvaarding. We kunnen niet begrijpen wat Gods plan met ons is, zolang we het aanvallen. We vallen dus aan wat we niet herkennen. Nu gaan we proberen ons oordeel opzij te zetten en te vragen wat Gods plan met ons is:

Wat is verlossing, Vader? Ik weet het niet. Zeg het mij, opdat ik het begrijp.

Dan zullen we in stilte op Zijn antwoord wachten. We hebben Gods verlossingsplan aangevallen zonder te wachten om te horen wat het is. We hebben onze grieven zo luid uitgeschreeuwd dat we niet naar Zijn Stem hebben geluisterd. We hebben onze grieven gebruikt om onze ogen te sluiten en onze oren dicht te stoppen.

We hebben al meerdere keren de dualistische taal van Een Cursus in Wonderen besproken die we hier opnieuw kunnen opmerken en verder geen commentaar nodig heeft.
Jezus vraagt ons om onze oordelen en grieven opzij te zetten want ze zijn de ‘rauwe, schorre kreten’ van het ego die ons ervan weerhouden om de zachte Stem te horen, de weerspiegeling van de Verzoening, het verlossingsplan van God.

Om nog eens de belangrijke passage over speciaalheid aan te halen:

Welk antwoord dat de Heilige Geest geeft kan jou bereiken, wanneer het jouw speciaalheid is waarnaar je luistert, die de vragen stelt én het antwoord geeft? Haar nietig antwoord, onhoorbaar in de melodie die eeuwig van God naar jou toestroomt in liefdevolle lof om wat jij bent, is het enige waarnaar jij luistert. En deze machtige lof- en liefdeszang om wat jij bent lijkt tegenover haar ‘imposantheid’ stil en onvernomen. Je spitst je oren om haar onhoorbare stem te horen, maar intussen is de Roep van God Zelf voor jou onhoorbaar. (T. 24. II. 4:3-6)

(11) Nu willen we zien en horen en leren. ‘Wat is verlossing, Vader?’ Vraag en jou zal antwoord gegeven worden. Zoek en je zult vinden. We vragen het ego niet langer wat verlossing is en waar we die kunnen vinden. Wij vragen het de waarheid. Wees er dan zeker van dat het antwoord waar zal zijn, gezien Wie jij het vraagt.

Jezus gaat er hier van uit dat we onze keuze gemaakt hebben, onze grieven hebben losgelaten en vrij zijn om de waarheid te horen. We hebben naar het antwoord gezocht waar het gevonden kan worden en waar het op onze terugkeer heeft gewacht. Verlossing is in werkelijkheid geen antwoord maar een beslissing en een beslissing die gelukkig wel maken.

(12) Herhaal je vraag en je verzoek, telkens wanneer jij je vertrouwen voelt tanen en je hoop op succes voelt flakkeren en doven en onthoud dat jij de vraag stelt aan de oneindige Schepper van oneindigheid, die jou naar Zijn gelijkenis heeft geschapen:

Wat is verlossing, Vader? Ik weet het niet. Zeg het mij, opdat ik het begrijp.

Hij zal antwoorden. Wees vastbesloten te horen.

Zoals hij bijna altijd doet op het einde van de les dringt Jezus er ook nu weer op aan zijn waarheid te herinneren wanneer we geneigd zijn onze functie te vergeten en de illusie van aanval en oordeel te omarmen. Herinner je nogmaals dat oordeel de motivatie is wanneer we beslissen om de Stem, die spreekt over de Verzoening, niet te horen, maar die wel de verlossing is van afscheiding en lijden. Dergelijke herinnering doet ons opnieuw denken aan ons doel om ons de Liefde die het Antwoord is op al onze problemen en belangen, te herinneren.

(13) Een of wellicht twee kortere oefenperioden per uur volstaan voor vandaag, omdat ze iets langer zullen zijn dan gewoonlijk. Deze oefeningen dienen te beginnen met:

Grieven koesteren is een aanval op Gods verlossingsplan. Laat ik het in plaats daarvan aanvaarden. Wat is verlossing, Vader?

Blijf dan ongeveer een minuut in stilte, liefst met je ogen gesloten en luister en wacht op Zijn antwoord.

De instructies van vandaag vragen om meerdere oefenperiodes dan voorheen. We kunnen ook zien dat Jezus niet wil dat we ons vastbinden aan een strikte structuur. Het is zijn doel om ons afhankelijk te maken van de inhoud van zijn boodschap, niet van de vorm waarin het tot ons komt of hoe we oefenen. Dus brengt hij variatie in de vorm van onze dagelijkse oefeningen, maar nauwelijks aan de inhoud ervan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten