dinsdag 18 december 2018

Les 75 – Het licht is gekomen. – deel 2


(3:1) Onze oefeningen voor vandaag zullen blije oefeningen zijn, waarin we dankzeggen voor het voorbijgaan van het oude en het aanbreken van het nieuwe.
‘Het voorbijgaan van het oude’ is niet iets wat Jezus of Een Cursus in Wonderen doen, maar wat bereikt wordt door te oefenen met de kracht van ons denken om de juiste keuze te maken. Jezus biedt ons hier een glimp aan van hoe wonderlijk het zal zijn wanneer wij onze illusies van onze individualiteit, speciaalheid en oordeel losgelaten hebben, zoals hij ons in het begin van de tekst reeds verteld heeft en we maar blijven herhalen:
Je hebt geen idee van de geweldige bevrijding en de diepe vrede die ontstaan wanneer jij jezelf en je broeders totaal zonder oordeel tegemoet treedt. (T. 3. VI. 3:1)
(3:2) Geen schaduw uit het verleden blijft er over om ons zicht te vertroebelen en de wereld te verbergen die vergeving ons biedt.
De schaduwen uit ons verleden – de afspiegeling van zonde – verbergen de wereld die vergeving ons biedt. Met andere woorden, onze gedachten van aanval en oordeel zijn doelgericht en zijn er niet zomaar. We kiezen voor deze gedachten om de wereld van licht, die vergeving ons schenkt, te verbergen. Als een sleutel opent vergeving de gesloten deur van onze denkgeest waarachter de liefdevolle aanwezigheid van Jezus staat. De deur opent zich door naar onze verdedigingen kijken: de schaduwen van de schuld die we op onze broeders geprojecteerd hebben. Het einde van de tekst herhaalt deze inmiddels vertrouwd geworden gedachte op een prachtige manier:
Aan geen enkele illusie wordt geloof gehecht en geen enkel plekje duisternis blijft nog over om het gelaat van Christus voor wie ook te verbergen. (T. 31. VIII. 12:5)
(3:3-5) Vandaag zullen we de nieuwe wereld aanvaarden als dat wat we willen zien. Ons zal gegeven worden waarnaar we verlangen. We willen het licht zien: het licht is gekomen.
Jezus doet hier een oproep voor onze motivatie om gelukkig te zijn want het is geluk dat we werkelijk willen. Zonder dit verlangen zullen we het nooit vinden. Ons wordt dus geleerd, zoals in de tekst benadrukt is, om het licht van vergeving te associëren met geluk en vrede en de duisternis van de schuld met ellende en pijn. In de volgende passage uit de tekst werkt Jezus zijn onderwijsfilosofie uit. Zoals elke goed gewapende theoreticus weet hij dat ‘leren via beloning effectiever is dan leren via pijn’ (T. 4. VI. 3:4) Dus leert hij ons vreugde te associëren met het waarderen van zijn leer en ellende met het negeren ervan. De vreugde die het ons brengt wordt de motivatie om zijn onderricht te leren:
Hoe kun je iemand de waarde bijbrengen van iets wat hij doelbewust heeft weggegooid? Hij moet het hebben weggegooid omdat hij er geen waarde aan hechtte. Je kunt hem slechts laten zien hoe ellendig hij er zonder dat aan toe is en het langzaam dichterbij brengen zodat hij kan leren hoe zijn ellende afneemt naarmate hij het nadert. Dit leert hem zijn ellende met de afwezigheid ervan te associëren en het tegendeel van ellende met de aanwezigheid ervan. Gaandeweg wordt het wenselijk, naarmate hij van gedachten verandert over de waarde daarvan. Ik leer jou om ellende met het ego en vreugde met de geest te associëren. Jij hebt jezelf het tegendeel geleerd. Je bent nog altijd vrij te kiezen, maar kun je werkelijk de beloningen van het ego verlangen in de aanwezigheid van de beloningen van God? (T. 4. VI. 5)
(4:1-5:1) Onze langere oefenperioden zullen we wijden aan het bekijken van de wereld die onze vergeving ons toont. Dit is wat we willen zien en dit alleen. Onze eenduidige doelstelling maakt ons doel onontkoombaar. Vandaag rijst de werkelijke wereld in vreugde voor ons op, om eindelijk te worden gezien. We hebben zicht gekregen, nu het licht gekomen is. We hebben vandaag geen oog voor de schaduw die het ego op de wereld werpt.
De ‘schaduw die het ego op de wereld werpt’ zijn onze gedachten van pijn en aanval als gevolg van de schuld die huist in onze denkgeest. We weten hoe het ego een illusionaire wereld van zonde, schuld en angst maakt gebaseerd op de even illusoire gedachte van individualiteit. Het ego maakt de wereld van denken niet ongedaan, maar is diep weggestopt in onze denkgeest vooraleer ze geprojecteerd wordt. Het is dit denksysteem van schuld die de wanhopige afspiegeling vormt van dat wat wij denken dat de wereld is. De uiteindelijke bestemming van schuld is het lichaam waarin alle pijn en ellende tot en met de dood waargenomen wordt. Dit is echter niet meer dan een dunne sluier die door het ego gebruikt wordt om de waarheid, die we niet willen zien, te bedekken. (T. 21.VII. 5:14) Wanneer we deze vergissing (h)erkennen kiezen we opnieuw: vergeving in plaats van oordeel, de wereld van licht in plaats van de schaduw van schuld van het ego.
(5:2) We zien het licht en daarin zien we hoe de weerschijn van de Hemel over de wereld ligt.
De Hemel kunnen we in de wereld niet zien wel de weerspiegeling ervan die we dan kennen als de werkelijke wereld. We hebben eerst naar binnen gekeken en daar de geprojecteerde schaduwen van schuld van het ego overal rondom ons gezien: verlies, afwijzing, opoffering en dood. Wanneer we ons denken veranderen en Jezus om hulp vragen laten we deze schaduwen los en weerspiegelt zijn licht in alles wat we dan zien.
(5:3-5) Begin de langere oefenperioden door jezelf het blijde nieuws van je bevrijding te vertellen:
Het licht is gekomen. Ik heb de wereld vergeven.
‘Blijde nieuws’ is natuurlijk een zin uit de bijbel die verwijst dat Jezus gekomen is als het licht van de wereld. Hij gebruikt een zin die een groot aantal bijklanken gekregen heeft, maar geeft er een totaal andere betekenis aan. Het blijde nieuws hier is niet dat het licht van Jezus naar de wereld is gekomen, maar dat het licht van Jezus in onze denkgeest nooit weg is geweest ondanks ons geloof dat wij het zouden vernietigd hebben. Het Verzoeningsprincipe van de Heilige Geest is dan toch waar. Welk mooier nieuws kan er dan zijn?
We kunnen de wereld vergeven enkel omdat we onszelf vergeven het licht van de wereld vernietigd te hebben, de innerlijke wereld van liefde waarvan onze verstoorde denkgeest ons overtuigd had dat die verdwenen was. Dus door hier bewust te worden van de liefde van Jezus voor ons en door ons te realiseren dat we niet afgescheiden zijn van hem en wat inhoudt dat we zijn Bron niet gekruisigd en niet vernietigd hebben. En dat, nogmaals, is het goede nieuws. We realiseren ons dat onze pogingen om dit licht in duisternis te verhullen geen gevolg hebben gehad omdat het licht nooit weg is geweest. Eens we dit gelukkig feit accepteren verdwijnt het doodsgewaad, de sluiers van de duisternis raken verdeeld, de schaduwen vervliegen en enkel het licht blijft over. Dit gebeurt enkel door onszelf te vergeven dat we een fout gemaakt hebben – inderdaad blije nieuws!
(6:1) Blijf vandaag niet bij het verleden stilstaan.
Het verleden drukt zonde uit, letterlijk het geloof dat we tegenover God gezondigd hebben. We zetten onszelf gevangen wanneer we bij het verleden blijven stilstaan en telkens we blijven vasthouden aan grieven want elke grief is een schaduw die ons herinnerd aan onze oorspronkelijke grief: tegen onszelf. We worden er ons dus bewust van dat vergeving achterwege laten ons verlangen weerspiegelt om ons zondig verleden levend te houden en de afgescheiden identiteit te beschermen door onze projecties op anderen.
(6:2) Houd je denkgeest volledig open, gezuiverd van alle voorbije ideeën en verschoond van elk concept dat jij hebt gemaakt.
Les 189 bevat een gebed dat dit idee mooi uitdrukt. Het is belangrijk genoeg om het hier aan te halen ook al zullen we er later op terugkomen:
Doe eenvoudig dit: wees stil en leg alle gedachten terzijde over wat jij bent en wat God is, alle ideeën die je hebt geleerd ten aanzien van de wereld, alle beelden die je hebt van jezelf. Maak je denkgeest leeg van alles waarvan hij denkt dat het waar of onwaar, goed of slecht is, van iedere gedachte die hij waardevol acht en van alle ideeën waarvoor hij zich schaamt. Houd vast aan niets. Breng geen enkele gedachte met je mee die het verleden je heeft geleerd, en geen enkele overtuiging die je vroeger ooit aan wat ook hebt ontleend. Vergeet deze wereld, vergeet deze cursus, en kom met volkomen lege handen tot jouw God. (Wd1. 189. 7)
Dit houdt tevens in dat we gelukkig mogen zijn nu we weten dat wij verkeerd zijn en dat Jezus het goed heeft. Wij zijn verkeerd bezig omdat wij geloven dat er hier een wereld is van aanval en lijden en hij heeft gelijk wanneer hij ons zegt dat dit eigen maaksel geen enkele werkelijkheid heeft. Alleen wanneer we onszelf toestaan te leren dat de beloning van vrede veel groter is dan de straf van pijn, zullen we akkoord gaan met het zuiveren van onze geest.
(6:3-9) Jij hebt vandaag de wereld vergeven. Je kunt die nu bekijken alsof je haar nooit eerder zag. Je weet nog niet hoe ze eruit ziet. Je wacht gewoon tot ze jou wordt getoond. Herhaal, terwijl je wacht, verscheidene keren langzaam en met alle geduld:
Het licht is gekomen. Ik heb de wereld vergeven.
Het geduld dat we moeten hebben betekent niet dat we op Jezus moeten wachten omdat er een lange wachtrij zou zijn, we wachten omdat we nog te bang zijn om het licht te aanvaarden want in de aanwezigheid ervan verdwijnt ons individueel zelf. Jezus herinnert ons opnieuw dat hij weet dat we nog niet tot het punt gekomen zijn waarbij we op een vergeven wereld kunnen neerkijken. Het is dus ook niet nodig om te doen alsof we verder zijn dan we eigenlijk zijn. Een dergelijke arrogantie betaamt nauwelijks een Zoon van God, meer zelfs een dergelijke arrogantie verzekert er ons van dat we ons nooit zullen herinneren dat we de Zoon zijn van God.
(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten