woensdag 4 maart 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 42 - Zachtmoedigheid


 
Deze morgen hebben we het over hartelijkheid, zachtmoedigheid.

Wanneer je terugdenkt aan de eigenschappen van Gods Leraren, de tien eigenschappen die deel uitmaken van de gevorderde leraren van God, een verwijzing naar gevorderde leraren van God in het Handboek voor Leraren, dan herinner jij je wellicht dat de vierde eigenschap ‘zachtmoedigheid’ is. (HvL.4.IV) En ik heb altijd het gevoel gehad dat dit één van de belangrijkste tien is, al is elk van hen praktisch gelijk aan de ander. Maar we zijn zo geneigd om niet zachtmoedig, niet hartelijk te zijn. We zijn zeker niet zachtmoedig met onszelf.

Wanneer we ons van God hebben afgescheiden waren we niet zachtmoedig. We hebben een wereld gemaakt die hardvochtig is. We hebben een lichaam gemaakt die altijd kwetsbaar is voor pijn. Onze levens hier zijn allesbehalve zachtmoedig en we zijn ook absoluut niet zachtmoedig tegenover andere mensen. We voelen dikwijls een waar gevoel van welbehagen en vermaak wanneer we iemand kunnen verslaan of we dat nu op fysiek vlak doen, verbaal of zelfs in onze gedachten. Dus zachtmoedigheid is niet iets waar we goed in zijn.
En omdat we hier niet zo goed in zijn en gezien ‘projectie waarneming maakt’ denken we ook dat Jezus en zijn cursus niet echt zachtaardig zijn en voelen we vaak dat hij ons bekritiseert, dat hij de spot drijft met ons en dat hij dingen van ons eist waar we niet toe in staat zijn. En dat niet alleen wanneer we de Cursus lezen, maar evenzo in onze persoonlijke ervaringen met hem of met de Heilige Geest.
En zeker religie en duidelijk Westerse religies, in het bijzonder het Jodendom en het Christendom, behandelen God niet echt hartelijk. In feite is het christelijke standpunt over verlossing er één van offer brengen – het verlossende offer van Jezus aan het kruis – waar we allemaal in ons leven moeten tegen vechten. God vraagt een offer van ons, dat we onszelf onthouden van plezier, dat we pijn tot het uiterste brengen, zoals Moeder Teresa eens zei dat ‘lijden is een kus voor God’. En ook aan ons wordt gevraagd dit lijden te offeren want uiteindelijk is dat hetgene wat de ‘heer, onze verlosser’ voor ons heeft gedaan.

Dus dit gebrek aan zachtmoedigheid zit ingebouwd in het denksysteem, niet alleen van Westerse religies, maar ook van vele Oosterse religies en het zit zeker ingesloten in de psyche van iedereen die hier komt omdat dit de kern vormt van het denksysteem van het ego.

In feite een manier om naar zonde te kijken is door werkelijk in te zien dat wij onszelf ervan beschuldigen niet zachtmoedig, niet vriendelijk te zijn tegenover God. Wel integendeel. In feite hebben we tegen God gezegd dat Zijn Liefde niet voldoende was. Dat het Zelf dat Hij geschapen heeft niet genoeg is. Dat we iets anders willen, iets speciaals, iets uniek en we vonden het dus gerechtvaardigd dat wij van God het leven konden ontnemen dat Hij aan ons heeft gegeven waardoor we Hem levenloos achtergelaten hebben, m.a.w. dood. En we hebben nu een wereld gemaakt die tegengesteld is aan de Hemel, een zelf die het tegenovergestelde is van het glorieuze Zelf dat God heeft geschapen en we hebben een liefde gemaakt die precies het tegenovergestelde is van de allesomvattende liefde van God, namelijk de speciale liefde van het ego. En niets van dit alles is zachtmoedig.

En dus, gezien het denksysteem van het ego begint met een daad die we als onvriendelijk, hard en wreed beoordelen, hebben we een denksysteem gemaakt die allesbehalve zachtaardig is. Zonde, schuld, angst, lijden en dood kan je moeilijk een zachtaardig denksysteem noemen. We hebben een wereld gemaakt die niet vriendelijk is.

In feite zegt Jezus in de passage in het begin van Hoofdstuk 13 (T13.Inl.2:2) dat de wereld een waansysteem is gemaakt door hen die gek geworden zijn van schuld en dan beschrijft hij wat de wereld is. Hij heeft het over een wereld van pijn en lijden en niet zachtmoedig.
Dus gezien ons zijn, ons bestaan als ego en als een afgescheiden zelf geworteld is in een niet-zachtmoedig denksysteem is het niet mogelijk om hierin vriendelijk te zijn.
Zachtmoedigheid wordt dus een heel belangrijke eigenschap voor een gevorderde leraar van God want dat toont aan dat deze gevorderde leraar gekozen heeft tegen het denksysteem van het ego en dit stelt hem of haar in staat om zachtaardig te zijn tegenover zichzelf en dus ook zachtaardig met alles en iedereen.

Het betekent dat je naar het ego kijkt en het niet aanvalt. Je kijkt en onderzoekt je eigen ego en je voelt je niet schuldig. Je valt jezelf niet aan en dus projecteer je niks naar buiten en val je dus ook geen andere mensen aan. Je kijkt met die milde glimlach naar het ego, waar we het in een eerder praatje reeds over gehad hebben. Je kijkt naar het ego en je glimlacht alleen maar. En het is van deze milde lach dat ons gevraagd wordt om deze te delen met de Heilige Geest en wat Jezus ons vraagt dat we gedurig aan zouden doen, om samen met hem naar het ego te kijken en ons te herinneren om te lachen met dat ‘nietig, dwaas idee’, omdat het probleem niet ‘het nietig, dwaas idee’ is dat we afgescheiden zijn van onze Schepper. Het probleem is niet het denksysteem van de afscheiding dat hieruit is ontstaan. Het probleem is dat we dit heel serieus hebben genomen. En wanneer je iets of iemand heel serieus neemt dan zal je nooit zachtmoedig zijn.

De zachtaardige vriendelijkheid, want zachtmoedigheid en vriendelijkheid gaan hand in hand, deze zachtaardige vriendelijkheid waar Jezus om vraagt en die Jezus ons aantoont en dan aan ons vraagt om dit aan iedereen aan te tonen, wordt geboren uit de gedachte dat het ego niets is. De wereld die voortgekomen is uit het ego is niets, wat betekent dat het geen macht heeft om de liefde en de vrede van God van ons af te nemen.

En dat is het sleutelbegrip voor vergeving: niets wat de wereld heeft gedaan of dat iemand heeft gedaan of dat wijzelf hebben gedaan of onszelf van beschuldigen dat wij gedaan hebben, heeft enige macht om de liefde en de vrede van God van ons af te nemen. Het is wanneer we ons er bewust van worden dat we werkelijk zachtaardig kunnen zijn tegenover elkaar, dat we werkelijk zachtaardig kunnen zijn tegenover onszelf en dat, wanneer we de zachtmoedige woorden van deze zachtmoedige cursus lezen van onze zachtmoedige leraar dan kunnen we zijn zachtmoedigheid waarderen en er dankbaar voor zijn. We herkennen het en vooral we zouden onszelf ermee identificeren. En dan zouden we die zachtmoedigheid nemen waarvan we voelen dat Jezus dit aan ons demonstreert en laten we het eenvoudig door ons uitbreiden, omarmen we onszelf en iedereen die we ontmoeten of zelfs maar aan denken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten