dinsdag 31 maart 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 30 - Schuld en wroeging



Het thema voor deze morgen is schuld en wroeging. Terwijl wroeging een woord is dat in de Cursus niet wordt gebruikt denk ik toch dat het een behulpzame uitdrukking is, en dan in het bijzonder op de manier waarop ik het zal omschrijven, die de relatie tot de schuld van het ego vormt. We zullen het dus in dit korte gesprek hebben over schuld en wroeging.

Wanneer we aan schuld denken dan gaat dit duidelijk hand in hand met zonde. Ik geloof dat ik iets verkeerd heb gedaan en dat maakt mij verkeerd en dat is wat de ervaring van schuld is. In feite kunnen we schuld definiëren als de totale som van alle gedachten en gevoelens van zelfhaat die we hebben, alle negatieve gedachten en gevoelens die we over onszelf hebben; gevoelens van ontoereikendheid, falen, minderwaardig zijn, zondig. En het is niet alleen dat we ons schuldig voelen over dingen die we gedaan hebben, de kern van deze schuld is dat we van nature uit schuldig zijn, dat we van nature uit zondig zijn. En het probleem van de schuld is niet alleen de ervaring van de pijn ervan, maar in de schuld vinden we het middel voor het blijven voortbestaan van het zelf of voor het blijven bestaan van die schuld, het blijven voortbestaan van al deze negatieve gedachten over ons zelf. Omdat schuld gruwelijk en afschuwelijk is, een ervaring die, zoals de Cursus ons zegt, ons verblindt. Niet alleen verblindt het ons en is het blind, het maakt ons blind omdat we de waarheid niet zien en het verblindt ons omdat we ons uiteindelijk niet realiseren dat we een denkgeest hebben die het thuis is van de schuld. Nogmaals, de schuld is zo gruwelijk dat het enige wat we kunnen doen is proberen te ontkennen dat het er is en waar Freud naar verwijst als onderdrukking. En van zodra we iets onderdrukken of het in onze denkgeest als het ware naar beneden duwen, moeten we dit onvermijdelijk en voortdurend naar buiten werken en dat is wat projectie is. We hebben geen projectie zonder onderdrukking. We kunnen geen onderdrukking hebben zonder projectie. Ze gaan hand in hand, net zoals het geval is met zonde en schuld. Dat wanneer we geloven dat we zondig zijn en we voelen ons hier schuldig over dan, nogmaals, is de schuld iets wat zo moeilijk aanvaardbaar is voor ons en zo pijnlijk omdat de uiteindelijke betekenis van schuld niet alleen is dat ik liefde en onschuld vernietigd heb, maar dat ik dit nooit meer zal terugkrijgen. En dat is de afschuwelijke gedachte van wat schuld is. En daarom kunnen we niet omgaan met die schuld en wat we dus proberen te doen is er vanaf te geraken en we plaatsen het op andere mensen.
Maar dit alles versterkt de schuld en we kunnen hier spreken van de cirkel van schuld en aanval: ik voel mij schuldig, ik moet deze schuld onderdrukken en dan naar buiten projecteren. En wanneer ik het projecteer dan val ik aan, wat mij alleen nog maar schuldiger doet voelen omdat ik op zeker niveau mij realiseer dat mijn aanval ongegrond is en niet gerechtvaardigd. En dat versterkt opnieuw de schuld waar ik probeer van af te komen en zo gaan we maar door en door in deze vicieuze cirkel en op die manier blijft schuld voortbestaan.

Een andere manier om naar schuld te kijken is dat het ons geworteld houdt in het verleden omdat schuld gebaseerd is op het geloof dat ik gezondigd heb;.ik heb in het verleden gezondigd.
Herinner je dat het ego ons zegt dat lineaire tijd werkelijk is en dat er een verleden, heden en toekomst is. In de wereld van het ego is het verleden het thuis van de zonde; ik heb in het verleden gezondigd.
Schuld is de afschuwelijke, verschrikkelijke gevoelens die ik nu in het heden voel of wat ik denk dat het heden is en die ik nu projecteer in de toekomst die mij zegt dat ik gestraft zal worden.
En zo is zonde, schuld en angst verleden, heden en toekomst, d.w.z. lineaire tijd. En op die manier houdt schuld mij in het verleden. En het ergste van dit alles is dat schuld er voor zorgt dat ik het blijf naar buiten projecteren en blijf zondigen, wat de werkelijke basis is voor mijn schuld.

Een andere manier om deze vicieuze cirkel te begrijpen is dat schuld zegt dat ik van de schuld moet af geraken en andere mensen moet aanvallen op deze toch wel erg ziekelijke manier om eraan te kunnen ontsnappen. Maar wat het alleen maar doet is dat het de schuld, die mij in het verleden vasthoudt, versterkt en ervoor zorgt dat het steeds maar verder en verder blijft doorgaan om mij schuldig te voelen en te projecteren en dat er geen manier is uit deze vicieuze cirkel. Waardoor wroeging.

Wanneer we op zeker ogenblik zo’n afkeer krijgen van onze schuld en hoe we leven en onze handen naar de Hemel opsteken en zeggen: ‘Er moet een andere manier zijn, er moet een andere leraar zijn, er moet een ander denksysteem zijn.’, dan is dit de uitnodiging waar Jezus op gewacht heeft en hij binnen komt. In feite gaan wij binnen in zijn juist gerichte plaats. En nu leert hij ons dat we inderdaad fouten hebben gemaakt. In de Cursus zegt hij ons: ‘Zoon van God, je hebt niet gezondigd, maar je hebt je wel erg vergist.’
En wanneer ik terugkijk op wat ik verkeerd gedaan heb dan is er niemand die zegt … en zeker in de Cursus zegt Jezus niet dat we niets verkeerds gedaan hebben wat onszelf en anderen gekwetst heeft. Hij zegt ons dat ‘angstige mensen heel boosaardig kunnen zijn’. Hij zegt ons dat droomfiguren vol haat en kwaadaardig kunnen zijn. Dit is dus niet beweren dat we dergelijke dingen niet hebben gedaan, maar we noemen het geen zonde. We voelen ons niet schuldig. We herkennen dat we een vergissing gemaakt hebben en we herkennen de pijn die dit voor ons en voor anderen veroorzaakt heeft. En dat vormt de basis voor wroeging.
Ik kijk naar wat ik gedaan heb en zeg: ‘Ik wil nooit meer terugkeren naar die gruwelijke en duistere plaats. Ik wil mijn verleden loslaten. Ik herken dat ik een fout heb gemaakt. Ik realiseer mij dat ik dit gedaan heb uit angst en niet omdat ik van nature slecht ben.’
En het is vanuit die herkenning dat men de kern van vergeving raakt. Het is die zachte vriendelijkheid die Jezus ons voortdurend biedt als een andere manier om naar onszelf en naar de wereld te kijken. Het is werkelijk wroeging die ons in staat stelt om te kijken naar wat we gedaan hebben en te zeggen dat we dit niet langer willen doen, niet nog eens doen. En dat zorgt ervoor dat we dit niet opnieuw zullen doen. Het brengt ons in het heilig ogenblik waarin geen verleden is. Er is geen door schuld aangedreven heden en er is geen angst voor de toekomst. En het is in dit heilig ogenblik dat spijt zijn ontstaan vindt en zacht vergeving de kans biedt die zegt dat ik niet langer mezelf of iemand anders zal aanvallen.
En dat is wanneer de vrede die Jezus voor ons in onze denkgeest bewaard heeft toegestaan wordt zichzelf te zijn, te groeien en alles in ons leven nu en in de toekomst bewust van te maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten