dinsdag 5 mei 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 36 - Boosheid





Het onderwerp voor vandaag is boosheid. Boosheid is een belangrijk thema in Een Cursus in Wonderen. Het is werkelijk een sleutelbegrip in het denksysteem van het ego. Het woord komt in de hele Cursus voor, net als synoniemen ervoor zoals haat, aanval, razernij, milde steken van ergernis, allemaal verschillende manieren om uit te leggen wat boosheid is. En boosheid kan begrepen worden als zijnde de projectie van schuld.

Schuld is werkelijk boosheid op het zelf, zelfhaat. We beschuldigen onszelf ervan dat we gezondigd hebben, gezondigd hebben tegenover God. En die schuld, dat schuldgevoel, is zo weerzinwekkend voor ons dat we, om te kunnen overleven, onze toevlucht zoeken in het projecteren van die schuld. We projecteren de schuld en zeggen: ‘Ik ben niet de schuldige zondaar, dat ben jij’ en we rechtvaardigen daarna deze projectie door boos te worden.
De Cursus spreekt van ‘boosheid schreeuwt dat schuld werkelijk is’, net zoals pijn ons toeschreeuwt dat zonde werkelijk is,

Er is een paragraaf met de titel ‘De getuigen voor de zonde’ (T27.VI) en pijn is de getuige voor zonde. Iets of iemand buiten mij is de oorzaak voor mijn lijden en die persoon of die entiteit of micro-organisme is de zondaar.
Boosheid is dus altijd de projectie van schuld en er is geen manier om dat te vermijden eens we in de wereld zijn want het zijn slechts mensen met een schuldgevoel die in deze wereld komen.
De Cursus zegt ons dat de wereld een waanvoorstelling is van hen die gek geworden zijn door schuld (T13.Inl.2:2) en dat omvat elk van ons.

Wanneer we geloven dat we hier in een lichaam zijn dan geloven we ook dat we schuldige zondaars zijn en dat we verdienen om gestraft te worden. En nogmaals we proberen dit te vermijden aan de hand van het mechanisme van projectie en boosheid.

Er zijn in de Cursus twee plaatsen (T6.Inl.1:2, 7; T30.VI.1:1) waar Jezus ons zegt dat boosheid nooit gerechtvaardigd is en dit wordt vaak verkeerd begrepen door studenten en wordt begrepen dat we nooit boos zouden mogen zijn, maar dit is niet wat Jezus bedoelt want, nogmaals, het is niet mogelijk om niet boos te worden omdat we hier gekomen zijn als creaties van schuld.
Maar door te zeggen dat schuld nooit gerechtvaardigd is zegt hij: ‘Schrijf jouw schuldgevoel en jouw ervaring van schuld niet toe aan iets dat buiten jou is. Mensen maken jou niet boos. Jij maakt jezelf boos door jezelf schuldig te maken door het kiezen van de verkeerde leraar.’
Kiezen voor het ego, het denksysteem van afscheiding, speciaalheid en verschillen is altijd een keuze voor schuld en is daarom altijd een keuze voor boosheid. Dus boosheid is nooit gerechtvaardigd want ongeacht wat je ook zou gedaan hebben, ongeacht hoe hatelijk en boos je ten opzichte van anderen ook bent geweest, je blijft verantwoordelijk voor het verlies van vrede die plaats maakt voor boosheid.

In de paragraaf in het Handboek voor Leraren ‘Wat is de vrede van God?’ (HvL.20.3:3) zegt Jezus dat wanneer je in principe de vrede van God wil vermijden, omdat we hier zo bang voor zijn, kies dan voor boosheid. Boosheid wordt dan als een beschermingsbord of een sluier dat voor de denkgeest valt. Op die manier wordt boosheid dus een verdediging.

Deel van dit probleem nu is dat psychologen altijd geleerd hebben dat boosheid in wezen een menselijke emotie is, dat normale mensen boos worden en dat dit volkomen logisch lijkt. Normale mensen worden boos in deze wereld maar normale mensen komen niet in deze wereld.
En het is belangrijk te noteren dat één van de klachten die altijd gegeven werden richting Freud, was dat hij geen theorie over ‘normaal zijn’ gaf, wat natuurlijk ook zo is. Hij dacht dat mensen niet normaal waren omdat hij het abnormaal zijn herkende of deze met haat gevulde gedachten, deze waanzinnige gedachten die in het onderbewustzijn van iedereen zijn en daarom had hij geen theorie over normaal zijn omdat niemand hier normaal is.
Men zou via psychoanalyse kunnen proberen om schuld te analyseren of deze gevoelens van zelfhaat, deze grote, slechte, verschrikkelijke, duistere, instinctieve gevoelens en driften die we, volgens Freud, allemaal in ons onderbewustzijn hebben, maar er is geen manier om er werkelijk van los te komen.

Dus niemand is hier normaal en wat behulpzaam kan zijn om hier bewust van te worden is dat alleen angstige, met schuld gedreven, zondige mensen hier komen, mensen die geloven dat ze zondig en schuldig zijn en boos en dan, nogmaals, dit altijd als gerechtvaardigd voor ons overkomt omdat we andere mensen schuldig maken om ons eigen gevoel van ziekte en ongemak, of we dit nu hebben op het persoonlijke niveau of andere mensen, instellingen of regeringen, verantwoordelijk stellen voor het ongelukkig zijn en onderdrukken van andere mensen. Maar het feit is, nogmaals, dat gezien er niets is dat zich buiten ons bevindt, omdat er geen wereld is, en dit is een kernpunt in de theorie van de Cursus en één van de primaire metafysische funderingen van de leer van de Cursus omtrent vergeving, gezien er niets of niemand is die buiten ons is hoe kan dan iets wat niet buiten ons is effect hebben op ons.
Boosheid roept steeds dat er iemand buiten ons is, iemand die boosaardig is, zondig, slecht of een micro-organisme dat boosaardig is of zondig of slecht, kwaadaardig en ons kan aanvallen. En op het niveau van het  lichaam kan dit allemaal waar zijn, maar gezien er geen wereld is, is er ook geen lichaam. Er is enkel de denkgeest die droomt en zich een wereld voorstelt die niet bestaat.

En dus de kern van deze uitspraak dat ‘boosheid nooit gerechtvaardigd is’ is het geloof dat niemand en niets de macht heeft om de liefde en de vrede van God van ons weg te nemen. Het is enkel onze keuzemakende denkgeest die dergelijke keuze kan maken. Als er dus schuld gerechtvaardigd zou kunnen worden dan moet dit gericht worden op onszelf, maar zeker niet dat we boos zijn, maar dat we onze vergissing herkennen zodat we opnieuw zouden kiezen. Onschuld kiezen in plaats van schuld en liefde kiezen in plaats van haat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten