woensdag 1 november 2017

Dag 14 van de reis door het werkboek van een cursus in wonderen

Zolang we nog ver verwijderd zijn van de aanvaarding van de Verzoening en van het bereiken van de werkelijke wereld is het goed aan te nemen dat we niet afgescheiden zijn van de Heilige Geest. Wanneer we ons herinneren dat we de Liefde van God zijn,  dat Zijn Liefde totaal is, kunnen we ook weten dat we niet verschillen van die Stem die ons zegt dat het zo is. Dat bedoelt Jezus wanneer hij zegt dat hij de manifestatie is van de Heilige Geest (Vvt. 6. 1:1). Tussen Jezus en de Heilige Geest is er geen enkel verschil behalve dan dat wij in de vorm aan de Heilige Geest de naam Jezus geven en hem ook waarnemen als iemand die werkelijk in een lichaam heeft geleefd.

Laat ons eens kijken naar onze speciale relatie met Jezus. Gezien hij in onze wereld het symbool of de manifestatie is van de Liefde van God en het die Liefde is waar we bang voor zijn en die we haten omdat we geloven dat we hiermee in een strijd verwikkeld zijn, haten we hem ook. Het is de reden waarom de wereld hem gehaat heeft. Het is dus niet zo verbazend dat mensen een speciale relatie hebben met Jezus. Sommige in de vorm van complete haat, andere relaties zijn subtieler en worden eerder liefdevol genoemd. Het is noodzakelijk dat we ons bewust zijn van deze aspecten van speciaalheid en de Cursus is daarin bijzonder behulpzaam. Daarom vraagt Jezus ons ook om hem te vergeven (T. 19. IV. B. 6). Wanneer we werken met Een Cursus in Wonderen is het essentieel dat wij onze relatie met Jezus helen en als we net zoals Helen aannemen dat de Cursus van hem afkomstig is dan is het duidelijk dat hij aan de hand van de lessen tot ons spreekt.

De heilige relatie met de Cursus komt wanneer je erkent dat de woorden ervan jou onderwijzen en dat de Heilige Geest of Jezus de belichaming van dit onderricht zijn. Hun doel is jou eraan te herinneren Wie je bent, jou te leren hoe makkelijk je wordt tegenover jouw ego en het te vergeven, jou te begeleiden om van pijn en verschrikking naar liefde en vrede te gaan voorbij het ego. Wanneer je deze liefde en deze vrede hebt bereikt heb je Een Cursus in Wonderen niet langer nodig. Het is dus nodig dat wij het belangrijke verschil tussen vorm en inhoud herkennen. Wat we van de Cursus nodig hebben is niet zijn vorm, maar de inhoud van zijn onderricht. We zullen hoe langer hoe minder de vorm van de Cursus nodig hebben wanneer we zijn boodschap van vergeving leren en dit in toenemende mate herkennen. Het is niet de bedoeling om van de Cursus iets speciaal te maken. Zeggen dat hij van Jezus afkomstig is maakt hem daarom niet meer speciaal. Dit is iets wat we moeten herkennen om niet opnieuw in dezelfde val te lopen waar de kerk gedurende eeuwen in verstrikt is geraakt. Een heilige relatie met de Cursus, in tegenstelling tot een speciale relatie ermee, wil zeggen dat wij hem zien als een middel naar het einde toe.

In de tekst zegt hij dat het doel van elke leraar is zichzelf overbodig te maken (T. 4. I. 6). Dat heeft ook op hem, als onze grootste leraar, betrekking.

Het is belangrijk dat we geen stappen overslaan, een punt waar we telkens weer zullen op terugkomen. We moeten de Cursus niet afwijzen zolang we hem niet echt geleerd hebben en we moeten Jezus als onze leraar geen ontslag geven vooraleer we alles wat hij ons kan leren, geleerd hebben.

Zoals ik al eerder zei ligt het gevaar erin wanneer we enkel met het werkboek werken omdat het hele proces met het werkboek makkelijk lijkt te zijn. Telkens weer zegt Jezus in de lessen: dit is een speciale dag’ of ‘dit is de dag dat je het zal maken’ en dan sla je de pagina om en kom je tot het besef ‘Mijn God, ik heb het helemaal niet gemaakt en Jezus wist dat ik het niet zou halen want de lessen blijven maar doorgaan.'

Het is ook belangrijk dat wij ons realiseren dat zijn kijk op de tijd enorm verschilt van die van ons. Wanneer hij zegt: ‘deze dag zal je het maken’ dan heeft hij het over het bereiken van het ‘heilig ogenblik’ hetgeen we elke dag en elk moment kunnen bereiken en dat die gezegende tijd zich uitstrekt tot in de eeuwigheid.

Het moet ook duidelijk zijn dat het werkboek niet het onderricht is van Een Cursus in Wonderen, dat is verwerkt in het tekstboek. Wanneer we met het tekstboek werken en we het ook echt begrijpen zullen we ons realiseren dat het werkboek een serie denkoefeningen bevat die ons helpen om het onderricht, die de tekst biedt, in ons dagelijks leven toe te passen.

Het werkboek heeft zijn doel bereikt wanneer het ons geholpen heeft om terug in contact te zijn met de herinnering aan wie we zijn als Gods volmaakte kind, dat deze herinnering binnen in ons is en niet buiten ons en dat we ons er bewust van zijn dat dit voor iedereen geldt. 

Het gebeurt ook dat studenten zich geliefd voelen door het doen van het werkboek, net zoals een kind die geprezen en aangemoedigd wordt door zijn moeder wanneer het zijn eerste stapjes zet. En dat is een goed teken omdat het werkboek je een goed gevoel kan geven en het is belangrijk dat wij ons in relatie tot onszelf en tot God goed voelen, zeker wanneer dit het rotgevoel dat we tegenover onszelf en onze relatie tegenover onze Schepper corrigeert. We zijn ons hier echter niet bewust van. In de tekst zijn er veel passages die ons niet echt een goed gevoel geven omdat ons gevraagd wordt echt goed naar ons ego te kijken. In het tekstboek wordt door Jezus gedetailleerd het lelijke en angstwekkende beeld van het egodenksysteem van haat blootgelegd. Dit is niet het doel van het werkboek dat ons meestal ervaringen biedt die ons een goed gevoel geven door ons eraan te herinneren dat God niet boos is op ons, noch Jezus of de Heilige Geest. Te horen krijgen dat God niet weet van ons bestaan is niet echt behulpzaam. Dat is een beangstigende vaststelling. Het is daarom nodig dat wij, vooraleer we klaar zijn om naar deze schrikwekkende gedachte te kijken, we eerst moeten denken aan een God als Iemand die van ons houdt.

Leren bewust worden dat we niet die miserabele zondaars zijn is de start om ons los te maken van het denksysteem dat aan de basis ligt van het universum en ons bestaan erin.

(wordt vervolgd)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten