maandag 5 februari 2018

Les 19 -Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van mijn gedachten – deel 2

(2:4-5) Ondanks je aanvankelijke weerstand tegen dit idee zal je uiteindelijk begrijpen dat dit wel waar moet zijn, wil verlossing überhaupt mogelijk zijn. En verlossing moet mogelijk zijn, want het is de Wil van God.

Belangrijk hier is dat verlossing enkel mogelijk is omdat er maar één probleem is. Die sleutel voor verlossing, die Een Cursus in Wonderen ons geeft, is het eerste principe van wonderen dat zegt dat wonderen geen rangorde in moeilijkheid kennen. Alle problemen zijn gelijk aan elkaar. De oplossing daarom, het wonder, is dus voor elk probleem hetzelfde. Het probleem is in feite onbestaand en dit zullen we ons realiseren als we er ons bewust van worden dat elk probleem hetzelfde is. De schijnbare uiterlijke vorm van elk probleem is een weergave van het innerlijke probleem: de gedachte die zegt dat ik afgescheiden en op mezelf ben. Verlossing doet zich voor wanneer we ons realiseren dat de afscheiding illusoir is (wat tevens inhoud dat we geen privégedachten kunnen hebben).

De afsluitende drie alinea’s vertellen ons hoe we de oefening moeten uitvoeren:

(3) Het gedachtenonderzoek van ongeveer een minuut dat de oefeningen van vandaag vragen, moet met gesloten ogen worden uitgevoerd. Herhaal eerst het idee van vandaag en onderzoek dan je denkgeest zorgvuldig op de gedachten die er op dat moment in aanwezig zijn. Noem ze elk, terwijl je ze in ogenschouw neemt, naar de hoofdpersoon of het hoofdthema erin en zeg, terwijl je ze aldus in je aandacht vasthoudt:

Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van deze gedachte over _________

Jezus vestigt onze aandacht op onze gedachten en hoe dit een weerspiegeling is van de eenheid van het Zoonschap.

(4-5) Inmiddels moet de noodzaak om de onderwerpen voor de oefenperioden met zo min mogelijk onderscheid te kiezen, je wel heel vertrouwd zijn en daarom zal dit niet meer elke dag worden herhaald, hoewel het af en toe nog als geheugensteuntje wordt vermeld. Maar vergeet niet dat het willekeurig kiezen van onderwerpen voor alle oefenperioden steeds essentieel blijft. 

Het ontbreken van een rangorde in dit verband zal je uiteindelijk de betekenis van het ontbreken van een rangorde bij wonderen laten inzien.
Afgezien van de toepassing van het idee van vandaag ‘naar behoefte’, zijn tenminste drie oefenperioden vereist, waarvan de tijdsduur, indien nodig, kan worden bekort. Probeer er niet meer dan vier.

Jezus licht het doel van deze eerste negentien lessen toe. Keer op keer legt hij er de nadruk op om geen onderscheid te maken in onze keuze voor de voorwerpen die we buiten ons zien of de keuze van onze gedachten als we onze denkgeest onderzoeken. Jezus wil dat we ons realiseren dat alles wat we waarnemen en denken hetzelfde is. Door dit idee in de praktijk toe te passen met specifieke voorwerpen in de kamer en specifieke gedachten in onze denkgeest, zullen wij ertoe komen ons er bewust van te worden dat alles hetzelfde is en dat daarom onze problemen ook maar een oplossing kennen, met name het wonder.


Op die manier zien we de dieperliggende betekenis en waarom de werkboeklessen simpeler lijken dan ze zijn. Jezus wil dat we oefenen op een niveau dat comfortabel aanvoelt: een kleerhanger, een papiermand, een lamp, telefoon, kopje, enz. tot we het idee beginnen snappen dat het allemaal hetzelfde is, dat alles hetzelfde doel dient: bewijzen dat de afscheiding werkelijk is en dat wij hier niet verantwoordelijkheid voor zijn. Het helpt ons tenslotte ook bewust te worden dat er geen rangorde in illusies is, de correctie van de eerste wet van de chaos die er alleen maar naar streeft om deze rangorde te handhaven. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten