maandag 19 februari 2018

Les 23 - Ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door aanvalsgedachten op te geven. – deel 2

(2) Als de oorzaak van de wereld die jij ziet aanvalgedachten zijn, moet je leren dat je juist deze gedachten niet wilt. Het heeft geen zin te jammeren over de wereld. Het heeft geen zin te proberen de wereld te veranderen. Ze is niet te veranderen, omdat ze slechts een gevolg is. Maar het heeft zeker zin je gedachten over de wereld te veranderen. Hiermee verander jij de oorzaak. Het gevolg zal dan vanzelf veranderen.

In eerste instantie moeten we accepteren dat de oorzaak van de wereld een aanvalgedachte is, het geloof dat we afgescheiden zijn. Deze oorzaak geldt zowel voor het hele fysieke universum als voor onze eigen individuele wereld.

(3:1) De wereld die jij ziet is een wraakzuchtige wereld en alles daarin is een symbool van wraak. Elk van je waarnemingen van de ‘uiterlijke werkelijkheid’ is een weergave in beelden van je eigen aanvalsgedachten.

Dit zijn straffe uitspraken en ook hier even compromisloos als enig andere uitspraak die je in de tekst tegenkomt. Alles in deze wereld is een symbool van wraak. Waarom? Omdat wanneer je gelooft dat er een wereld is je zegt dat God niet langer bestaat. En wanneer God niet langer bestaat dan komt dat omdat je Hem gedood hebt en daardoor noodgedwongen gelooft dat het gerechtvaardigd is dat hij weerwraak zal nemen op jou. We hebben deze afschuwelijke gedachte en conflict geblokkeerd, vervolgens geprojecteerd om daarna te geloven dat het de wereld is die eropuit is om zich op ons te wreken. We kunnen natuurlijk ook een andere betekenis aan de wereld geven: vergeving, het doel van de Heilige Geest.

(3:2) Elk van je waarnemingen van de ‘uiterlijke werkelijkheid’ is een weergave in beelden van je eigen aanvalsgedachten.

‘Uiterlijke werkelijkheid’ staat tussen haakjes omdat er geen werkelijkheid buiten is. Dit staat gelijk met het idee dat Jezus eerder in de tekst aanhaalt: ‘Al het denken produceert vorm op een of ander niveau.’ (T. 2. VI. 9:14) die ook in de eerste alinea in deze les voorkomt: elke gedachte die je hebt, bouwt een gedeelte van de wereld die jij ziet.’ Met ‘een weergave in beelden’ bedoelt Jezus projectie, zoals we in deze uitspraak kunnen zien:

Ze (de wereld) getuigt van de staat van jouw denkgeest, de uiterlijke weergave van een innerlijke toestand. (T. 21. Inl. 1:5)

(3:3-4) Men kan zich met recht afvragen of dit wel zien kan worden genoemd. Is fantasie niet een beter woord voor een dergelijk proces en hallucinatie niet een toepasselijker term voor het resultaat?

Fantasie is een term voor gedachten die niet werkelijk zijn. Alles in deze wereld – of dat nu speciale haat of speciale liefde is, komt voort uit een fantasiegedachte. Zo geeft de wereld mij wat ik wil: een plek waar ik mij voor God kan verbergen.

(4:1) Je ziet de wereld die jij gemaakt hebt, maar je ziet jezelf niet als de maker van het beeld.

Deze ontkenning wordt later in detail besproken in les 136 ‘ziekte is een verdediging tegen de waarheid’, een les die ons leert dat we ziekte maken en dan vergeten dat we dat gedaan hebben. Het is een andere manier om te zeggen dat wij de dromer van de droom zijn, maar de bron van de droom vergeten zijn. Het is een belangrijk thema in de tekst. Noteer alvast voor nu deze stellingnames:

Zo ontstonden alle illusies. Degene die ze maakt ziet zichzelf niet als hun maker en hun realiteit berust niet op hem. Welke oorzaak ze ook hebben staat volkomen los van hem en wat hij ziet is gescheiden van zijn denkgeest. Hij kan de werkelijkheid van zijn dromen niet in twijfel trekken, omdat hij niet ziet welk aandeel hij erin heeft ze te produceren en een schijn van werkelijkheid te verlenen. (T. 27. VII 7:6-9)

Jij bent de dromer van de wereld van dromen. Een andere oorzaak heeft ze niet, en zal ze ook nooit hebben. (T. 27. VII. 13:1-2).

Laten we de droom die hij heeft weggegeven teruggeven aan de dromer, die de droom ziet als iets los van hem dat hem is aangedaan. (T. 27. VIII.6:1)

Het wonder doet je niet ontwaken, maar laat jou alleen zien wie de dromer is. (T. 28. II. 4:2)

De angst werd op zijn plaats gehouden doordat hij niet inzag dat hij de auteur was van de droom en niet een personage in de droom. (T. 28. II. 7:4)

(4:2-3) Je kunt niet van de wereld worden verlost, maar je kunt wel aan haar oorzaak ontsnappen. Dit is de betekenis van verlossing, want waar blijft de wereld die jij ziet als haar oorzaak is verdwenen?

Je kan uiteindelijk niet van de wereld verlost worden omdat er geen wereld is.

(4:4-5) Visie heeft, voor alles wat jij nu meent te zien, al een vervanging gereed. Lieflijkheid kan jouw beelden verlichten en ze zo transformeren dat je ze zult liefhebben, ook al werden ze gemaakt uit haat.

Visie is de term van de Cursus voor het juist-gericht denken of een juiste waarneming via het denksysteem van Verzoening van de Heilige Geest.

Dit wijst terug op les 15 ‘mijn gedachten zijn beelden die ik heb gemaakt’ die het heeft over lichtrandjes die je ziet rond voorwerpen. Ik heb daarbij uitgelegd dat de verwijzingen naar het licht oorspronkelijk bedoeld waren voor een vriend van Helen en Bill en dat dit niet letterlijk moet genomen worden. Ze kunnen best begrepen worden in de betekenis van inhoud, wat wil zeggen dat we dingen anders leren zien. Deze nieuwe manier van kijken wordt voorgesteld door licht ‘Lieflijkheid kan jouw beelden verlichten’. Alles in de wereld wordt nu liefdevol in onze met licht gevulde waarneming omdat de doelstelling veranderd is.

Alhoewel onze beelden uit angst werden gemaakt – een sterker woord voor ‘aanval’ – is het doel nu gewijzigd. We kijken er nu naar vanuit liefde, niettegenstaande hun oorsprong. Zoals de tekst het heeft over speciaalheid in een belangrijke uitspraak die we reeds eerder hebben aangehaald:

‘Dat is de manier waarop de Heilige Geest vriendelijk naar speciaalheid kijkt, waarop Hij wat jij gemaakt hebt aanwendt om te genezen in plaats van te schaden.’ (T. 25. VI. 4:1).


Ons doel bij het maken van de wereld was om onze individualiteit en gedachten van zonde door projectie te beschermen. Door het wijzigen van haar doel wordt de wereld een leerschool waarin we leren dat er geen wereld is door de projectie om te keren en terug te brengen naar de bron ervan: onze denkgeest. De liefdevolle gedachte bevrijdt ons door het met liefde gevulde licht dat schijnt op onze visie en op alles wat we zien. 
(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten