donderdag 17 januari 2019

Les 79 – Laat me inzien wat het probleem is zodat het kan worden opgelost. – deel 3


(7-8:1) We zullen vandaag in onze langere oefenperioden vragen wat het probleem is en wat het antwoord daarop. We gaan er niet van uit dat we dat al weten. We proberen onze denkgeest te bevrijden van al de vele verschillende soorten problemen die we menen te hebben. We proberen te beseffen dat we maar één probleem bezitten, dat we niet hebben gezien. We zullen vragen wat het is en op het antwoord wachten. Het zal ons worden verteld. Dan zullen we om de oplossing ervan vragen. En die zal ons worden verteld. 
De oefeningen voor vandaag zullen succesvol zijn in de mate waarin jij er niet op staat te bepalen wat het probleem is.

Je kan niet om de oplossing vragen wanneer je denkt te weten wat en waar het probleem is. Deze arrogantie verhindert je vooruitgang met deze cursus. Het is noodzakelijk om terug te keren naar het keuzemoment in je denkgeest waarin je telkens en telkens weer de afscheiding van God naspeelt. Of je nu spreekt van God, Jezus, de Heilige Geest of gelijk welke andere naam, je hebt de liefdevolle ervaring van de eenheid weggeduwd omdat je de dreiging voelt dat jij je speciale zelf zal verliezen wat in jouw overtuiging zal gebeuren wanneer je je voegt bij de liefde. Dat is het probleem. Denken dat je het probleem kent verzekert jou ervan dat je nooit het antwoord zult leren. Zoals een eerdere werkboek les het stelt:

Je bent niet bereid vraagtekens te zetten bij wat je al gedefinieerd hebt. En de bedoeling van deze oefeningen is juist vragen te stellen en de antwoorden te ontvangen. (Wd1. 28. 4:1-2)

Dit punt om de nederigheid te ontwikkelen die de arrogantie van het ego ongedaan maakt en zo essentieel voor ons leren wordt doorheen deze lessen herhaald. We zullen zien hoe vaak Jezus hierop terugkeert.

Om dit punt dat ik gemaakt heb te versterken, ook al lees, begrijp en geloof je deze regels, kijk er dan op toe hoe snel je van dit geloof afdwaalt en probeert het probleem anders te maken dan het is. Herinner je dat jouw bestaan als een fysiek en psychisch wezen gebaseerd is op de gedachte dat jij niet verantwoordelijk bent; dat het probleem niet in je denkgeest is, maar in je lichaam. Kijk hoe snel je geneigd bent om terug te vallen in de val van de geesteloosheid van het ego!

(8:2-3) Het zal jou misschien niet lukken al je vooropgezette meningen los te laten, maar dat is ook niet noodzakelijk. Het enige wat noodzakelijk is, is dat je bij jezelf enige twijfel voelt over de werkelijkheid van jouw versie van wat je problemen zijn.

Deze regels weerspiegelen het ons inmiddels vertrouwde thema van ‘een beetje bereidwilligheid’ (T. 18. V). Er wordt ons gevraagd om het proces te starten waarbij we de waarde van ons oordeel in vraag stellen en van de absolute zekerheid dat we de aard van het probleem kennen - in onszelf en in iedereen. Meer is hiervoor niet nodig. Want zoals we inderdaad al gezien hebben is meer minder winstgevend en versterkt het slechts de schuld over een toegeëigende rol die niet de onze is.

(8:4) Je probeert in te zien dat het antwoord jou gegeven is door het probleem te zien, zodat het probleem en de oplossing kunnen worden samengebracht en jij in vrede kunt zijn.

Het probleem is in onze denkgeest, de oplossing is daar ook. Maar, natuurlijk, nam het ego het probleem weg van de oplossing in de denkgeest, projecteerde dit naar buiten, maakte een wereld zodat wij nu kunnen zeggen dat het probleem overal om ons heen is, buiten onze denkgeest. Het wonder, daarentegen, brengt het probleem terug naar de oplossing. Dit is gelijk aan het proces van vergeving: de duisternis van onze illusies naar het licht van de waarheid brengen. Deze buitengewone passage uit de verklaring der termen vat dit vergevingsproces mooi samen:

Dit is de omslag die ware waarneming brengt: wat naar buiten werd geprojecteerd, wordt vanbinnen gezien en daar laat vergeving het verdwijnen. Want daar is het altaar voor de Zoon opgericht en daar wordt zijn Vader herinnerd. Hier zijn alle illusies naar de waarheid gebracht en op het altaar gelegd. Wat buiten je wordt gezien, moet wel buiten het bereik van vergeving liggen, want het lijkt voor eeuwig zondig. Waar is er nog hoop zolang zonde als buiten jou wordt gezien? Op welke remedie kan schuld hopen? Maar binnenin je denkgeest gezien liggen schuld en vergeving voor een ogenblik zij aan zij, op één altaar naast elkaar. Daar worden ziekte en de enige remedie ertegen tenslotte in één helende helderheid verenigd. God is gekomen om op het Zijne aanspraak te maken. Vergeving is totaal. (VvT. 4. 6)

(9) De korte oefenperioden voor vandaag zullen niet door de tijd, maar door de behoefte worden ingegeven. Je zult vandaag vele problemen zien, die elk om een oplossing vragen. Onze inspanningen zullen erop gericht zijn in te zien dat er maar één probleem en één oplossing is. Met dit inzicht zijn alle problemen opgelost. Met dit inzicht is er vrede.

Merk hier de verandering in instructies op. Jezus vraagt ons vandaag om ons eigen schema te bepalen gesteund op het herkennen van de behoefte. Hij neemt aan dat we beginnen herkennen wat in ons eigen voordeel is. Na twee maanden oefenen beginnen we te begrijpen wat het betekent dat ‘wonderen geen rangorde in moeilijkheid’ kennen en gezien alle vormen of problemen dezelfde inhoud uitdrukken kan er werkelijk maar één probleem en één oplossing zijn. Daarom telkens er enig ongemak in ons bewustzijn is hebben we nu de remedie bij de hand: het wonder. Onafgezien van de vorm van onze verwarring begrijpen we dat het antwoord ligt in het kiezen voor de juiste leraar om het op te lossen. Het probleem is dat we gekozen hadden voor het ego en zijn afscheiding; de oplossing is kiezen voor de Heilige Geest en Zijn Verzoening.

(10) Laat je vandaag niet door de vorm van de problemen misleiden. Telkens wanneer er een moeilijkheid lijkt te ontstaan, zeg dan meteen tegen jezelf:

Laat me inzien wat hier het probleem is, zodat het kan worden opgelost.

Probeer dan elk oordeel over de aard van het probleem op te schorten. Sluit zo mogelijk je ogen een ogenblik en vraag wat het is. Je zult gehoord worden en zult een antwoord ontvangen.

Deze laatste alinea benadrukt de behoefte om voorbij de vorm van het probleem te gaan en te herkennen dat alle problemen dezelfde zijn. Het is deze eenvoud die Een Cursus in Wonderen en de leer van Jezus kenmerkt. Ongeacht de schijnbaar ontelbaar aantal problemen waarmee we geconfronteerd worden blijft er slechts één over: het geloof dat wij gelijk hebben en dat Jezus verkeerd is; dat afscheiding de werkelijkheid is en eenheid een illusie. We vertellen hem nu dat wij gelukkig verkeerd zijn, dat onze oordelen gebaseerd waren op illusies en we ons uiteindelijk voegen bij zijn juist gericht oordeel. Enkel deze verandering zal ons vrede brengen.
Les 80 gaat vervolgt dit thema van één probleem, één oplossing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten