vrijdag 19 oktober 2018

Les 61 – Ik ben het licht van de wereld


De titel van de les komt uit genomen uit de evangeliën daar waar Jezus tegen zijn apostelen zegt: ‘Jij bent het licht van de wereld (Mattheus 5:14). Hier en ook op vele andere plaatsen in Een Cursus in Wonderen zien we hoe Jezus een idee uit het traditionele christendom neemt en er een totaal andere interpretatie aan geeft.

Zeggen dat wij het licht van de wereld zijn refereert naar het licht van Christus dat in onze denkgeesten schijnt. Gezien de denkgeest van de Zoon van God één is wordt dit licht gedeeld door het Zoonschap in zijn geheel. Ons wordt echter niet gevraagd om (speciale) spirituele mensen te zijn die het licht dragen omdat Jezus ons dat gaf en ons dan belastte met de functie om dit licht onder de massa te verspreiden. Hij herinnert ons, de Zoon van God die de illusie heeft verdeeld te zijn, er eerder aan dat wij allemaal het licht van de wereld zijn. Dit corrigeert dus het zelfconcept van het ego dat wij de duisternis van de wereld zijn. In feite begint les 93: ‘jij denkt dat je het thuis ben van kwaad, duisternis en zonde’ (Wd1. 93. 1:1).

De arrogantie van het ego doet het echter zo klinken: ‘Ik ben het licht van de wereld, maar jij bent dat niet.’ Er is iets speciaals aan mij en in mijn geweldige heiligheid breng ik jou dit licht en geef ik jou wat jij niet hebt.’ In het Lied van het Gebed bespreekt Jezus deze dynamiek ‘genezen om te scheiden’, in de context dat genezers die geloven dat zij de genezers zijn, genezing schenken aan iemand die ziek is en zich daardoor afscheiden van hen. De volgende passage geldt ook voor wat we noemen ‘licht brengen naar de afscheiding:

Iemand weet het beter, is beter opgeleid of is misschien begaafder of wijzer. Daarom kan hij genezing schenken aan wie onder zijn hoede onder hem staat. … Hoe kan dat? Ware genezing kan niet voortvloeien uit een ongelijkheid die eerst wordt aangenomen, dan als waarheid aanvaard en als hulpmiddel gebruikt om de gewonde te herstellen en de denkgeest die lijdt aan een kwellende twijfel, te kalmeren. … Jij maakt jezelf niet tot drager van het speciale geschenk dat tot genezing leidt. Je herkent slechts jouw eenheid met degene die hulp vraagt. Want in die eenheid wordt zijn gevoel van afgescheidenheid verdreven en juist dit heeft hem ziek gemaakt. Het heeft geen zin een remedie te geven los van waar de bron van ziekte is, want zo kan die nooit werkelijk genezen worden. (L. 3. III. 2:4-5; 3:3-4; 4:5-8)

De duisternis die geheeld moet worden verblijft in de denkgeest die in afscheiding geloofd. Het licht dat geneest verblijft eveneens in de denkgeest en elk van ons draagt beide, de duisternis van schuld en het licht van de Verzoening. Voor het licht kiezen is genezing voor onszelf en voor de wereld, gezien het licht van Christus in de Zoon van God één is, er is slechts één licht. Iets anders geloven is de speciaalheid van het ego. Zijn misleiding ligt niet alleen in de afscheiding maar ook in dat wat door speciaalheid weggedrukt, nl. het geloof dat ik echt de duisternis van de wereld ben.
Daarom worden we in het werkboek, maar ook in de rest van Een Cursus in Wonderen, geleerd dat het onze functie is ons te herinneren dat wij het licht van de wereld zijn die een keuze maken tegen de duisternis van het ego. Onze aanvaarding van deze Verzoening dient als een herinnering voor anderen om dezelfde keuze te maken die wij gemaakt hebben. Jezus begint deze les dus door het licht van onze ware Identiteit te stellen tegenover het duistere ego-zelf van arrogantie en zelfbedrog:

(1) Wie anders is het licht van de wereld dan Gods Zoon? Dit is dan ook niets anders dan een uitdrukking van de waarheid over jezelf. Het is het tegendeel van een uitdrukking van trots, hoogmoed of zelfbedrog. Het beschrijft niet het beeld dat jij van jezelf hebt gevormd. Het verwijst naar geen enkel kenmerk waarmee jij je afgoden hebt toegerust. Het verwijst naar jou zoals jij door God werd geschapen. Het drukt eenvoudig de waarheid uit.

Later in het werkboek wordt het thema, dat we zijn zoals God ons geschapen heeft, centraal. Jezus verwijst hier naar de andere kant. Hij wil dat we begrijpen wat we over onszelf geloven: het (zondig en schuldig) beeld dat we van onszelf gevormd en tegelijkertijd wil hij dat we ons herinneren dat dit zelfconcept een verdediging is tegen ons ware Zelf: het licht van Christus.

(2:1-2) Voor het ego is het idee van vandaag het toppunt van zelfverheerlijking. Maar het ego begrijpt niet wat nederigheid is en verwart dit met zelfvernedering.

Nogmaals ‘Ik ben het licht van de wereld’ betekent voor het ego ‘Ik heb iets dat jij moet missen.’ Maar ook staat nederigheid voor het ego gelijk aan zelfvernedering. Een traditionele christelijke versie van nederigheid komt vaak tot uiting in beweringen zoals: ‘Ik ben een ellendige zondaar. Maar dankzij de genade van de Here Jezus Christus ben ik verlost.’ Bijna het meest beroemde van alle gebeden uit de Orthodoxe kerk is het ‘Jezus’ gebed: Heer Jezus Christus, Zoon van God, wees mij, zondaar, genadig.’ En al lijkt dit het tegenovergestelde te zijn, het is de hoogste graad van arrogantie want het zegt dat er een zondig zelf kan zijn dat onafhankelijk is van en afgescheiden van het glorieuze Zelf dat God geschapen heeft. Een belangrijke passage uit de tekst weerspiegelt deze valse nederigheid van het ego:

Een belangrijk geloofspunt in de waanreligie van het ego is dat zonde geen vergissing maar waarheid is en dat juist onschuld misleidt. Zuiverheid wordt als arrogantie gezien, terwijl het als zondig aanvaarden van het zelf als heiligheid wordt beschouwd. En het is deze doctrine die de werkelijkheid van Gods Zoon, zoals zijn Vader hem heeft geschapen en gewild heeft dat hij voor eeuwig was, vervangt. Is dit nederigheid? Of is het eerder een poging om de schepping los te rukken van de waarheid en haar gescheiden te houden? (T. 19. II.4)

(2:3-5) Nederigheid houdt in dat je jouw rol in de verlossing aanvaardt en geen andere op je neemt. Het is geen nederigheid vol te houden dat jij niet het licht van de wereld kunt zijn als dat de functie is die God jou heeft toegewezen. Alleen arrogantie kan beweren dat deze functie niet voor jou bestemd kan zijn en arrogantie komt altijd van het ego.

Een ander belangrijk thema dat hier naar voren komt is ‘functie’. Een Cursus in Wonderen leert ons dat het onze functie is de Verzoening voor onszelf te aanvaarden, het feit aanvaarden dat onze schijnbare zonden vergeven zijn. Het is niet onze functie om wat dan ook met iemand anders te doen en de reden hiervoor is, uiteindelijk, er is niemand anders. We hoeven slechts Jezus te vragen om ons te helpen onze denkgeesten te genezen om zo bewust te worden dat de denkgeest van de Zoon van God één is. Eens we genezen zijn worden we een symbool van genezing en van de juist-gerichte keuze, licht in plaats van duisternis, voor al de anderen.
Nogmaals wanneer we de woorden van Een Cursus in Wonderen als een nominale waarde nemen zonder te begrijpen wat ze precies inhouden kunnen we verwikkeld geraken in ideeën die precies het tegenovergestelde beweren van dat wat Jezus ons onderwijst en maken we dezelfde fouten die het christendom gemaakt heeft en zovele religies en spirituele leringen door de eeuwen heen. De uitspraken die we zojuist in aanschouw genomen hebben zijn goede voorbeelden van deze vergissing zoals zij spirituele speciaalheid lijken te onderschrijven, een van de meest effectieve verdedigingen van het ego tegen de waarheid van onze werkelijkheid als de ene Zoon van God.

(3) Ware nederigheid vraagt dat je het idee van vandaag aanvaardt, omdat het de Stem van God is die je vertelt dat het waar is. Dit is een eerste stap in de aanvaarding van je werkelijke functie op aarde. En het is een reuzenstap op weg naar je rechtmatige plaats in de verlossing. Het is een positieve bevestiging van jouw recht op verlossing en een erkenning van de macht die je is gegeven om anderen te verlossen.

In de tekst legt Jezus een aantal keren op verschillende plaatsen uit dat onze functie hier op aarde is om te vergeven of te genezen en onze functie in de Hemel is om te scheppen. Bijvoorbeeld:

Doe het werk van de Heilige Geest, want jij deelt Zijn functie. Zoals scheppen je functie in de Hemel is, zo is genezen je functie op aarde. God deelt Zijn functie met jou in de Hemel en de Heilige Geest deelt de Zijne met jou op aarde. (T. 12. VII. 4:6-8)

Deze les verwijst dus naar onze functie om de verlossing voor onszelf te aanvaarden, zodat de Heilige Geest het door ons kan uitbreiden. Het is ook duidelijk dat Jezus spreekt over een proces: ‘een eerste stap in de aanvaarding van je werkelijke functie op aarde … een reuzenstap op weg naar je rechtmatige plaats in de verlossing’. Dat is niet iets wat we zomaar doen en hij verwacht van zijn studenten niet dat zij Les 61 ’s ochtends doen, dat zij tegen de middag genezen zijn en zij ’s avonds heilig en heel zijn en de werkelijke wereld binnengaan. We beginnen met het veranderen van ons denken over dat wat we denken dat we zijn. We zullen keer op keer op dit proces terugkomen.

(4) Aan dit idee zal je vandaag zo vaak mogelijk willen denken. Het is het volmaakte antwoord op alle illusies en dus op alle verleidingen. Het brengt alle beelden die jij over jezelf hebt gevormd naar de waarheid en helpt je om heen te gaan in vrede, onbelast en zeker van je doel.

Dit is een onmiskenbare verwijzing naar het thema over het brengen van de duisternis naar het licht of de illusie naar de waarheid. Zoals eerder besproken zegt Jezus niet dat we deze werkboekgedachten moeten gebruiken als affirmaties om de mispercepties over onszelf te bedekken of te overschreeuwen. Hij vraagt ons om naar onze mispercepties te kijken en ons bewust te worden van ons verschrikkelijk zelfconcept en – beelden. Er met Jezus naar kijken vormt ze om, om ze naar zijn waarheid te brengen en dat kunnen we niet doen wanneer we niet weten dat ze er zijn.
Nogmaals, niets in het werkboek moet ooit gelijk aan affirmaties worden beschouwd die ons vragen het ego denksysteem te overstemmen. Dit corrigeert de overheersende klemtoon van de New Age op affirmaties, wat een voorbeeld is om de waarheid te gebruiken als een dekmantel voor illusies. Naast het leggen van de nadruk op onze onjuist-gerichte overtuigingen over onszelf legt hij ook de nadruk op de waarheid over onszelf en niet op het bedekken van de illusie met de waarheid, maar dat we er ons bewust van worden dat we een keuze hebben. Ik heb dikwijls gewezen op het belang dat Een Cursus in Wonderen legt op de kracht van ons denken om te kiezen. We kunnen echter geen betekenisvolle keuze maken wanneer we niet weten waaruit we moeten kiezen. Daarom zet Jezus, in niet mis te verstane woorden, uit dat we een onjuist-gericht denken hebben, de stem van het ego dat liegt en een juist-gericht denken, de Stem van de Heilige Geest, die de waarheid spreekt.

(5) Houd vandaag zoveel mogelijk oefenperioden, hoewel die elk niet meer dan een minuut of twee hoeven te duren. Begin ze door tegen jezelf te zeggen:

Ik ben het licht van de wereld. Dat is mijn enige functie.
Dat is de reden waarom ik hier ben.

Denk dan korte tijd over deze uitspraken na, liefst met je ogen dicht als de omstandigheden dat toelaten. Laat een paar verwante gedachten bij je opkomen en herhaal het idee voor jezelf als blijkt dat je denkgeest van de kerngedachte afdwaalt.

Jezus roept op om de gedachte van de dag zoveel mogelijk te herhalen, ons daarbij de waarheid van onze Identiteit herinneren en die naar de povere vervanging van schuld en oordeel van het ego brengen. Merk ook op dat Jezus verwacht dat we onze gedachten de vrije loop laten en dat hij ons aanmoedigt om onze angst te overwinnen en terug te keren naar de waarheid van zijn onderwijs.

(6) Zorg ervoor dat je de dag zowel begint als eindigt met een oefenperiode. Op die manier zal je ontwaken met de erkenning van de waarheid over jezelf, deze de hele dag door versterken en inslapen met de herbevestiging van je functie en je enig doel hier. Deze twee oefenperioden mogen langer zijn dan de andere, mocht je ze nuttig vinden en willen uitbreiden.

Jezus’ aanpak zou van nu af aan herkenbaar moeten zijn. Hij wil dat we ons voortdurend de waarheid over onszelf herinneren zodat we een constante standaard hebben waarmee we de misleiding van het ego kunnen evalueren. Hij laat ons ook vrij om, wanneer dit comfortabel voelt, meer te doen dan hij vraagt.

(7:1-4) Het idee van vandaag overstijgt verre de bekrompen voorstellingen die het ego eropna houdt van wat jij bent en wat jouw doel is. Voor jou als brenger van verlossing is het duidelijk noodzakelijk. Dit is de eerste van een aantal reuzenstappen die we in de komende paar weken zullen zetten. Probeer vandaag een begin te maken met het leggen van een stevig fundament voor deze vorderingen.

Jezus laat ons hier weten dat hij afweet van onze keuze voor het ego ‘de bekrompen voorstellingen die het ego eropna houdt van wat jij bent’ en dus is het niet nodig om dit te ontkennen. Meer zelfs, het is aan de hand van deze keuze tegen ons Zelf dat er tijd nodig is om steeds minder vertrouwen te stellen in het egodenksysteem van schuld en angst. Eens te meer weerspiegelen de woorden van Jezus het proces om tegen onze weerstand te kiezen en voor de waarheid. Deze lessen worden dus de bouwstenen die we zullen gebruiken om een totaal nieuw concept van onszelf op te bouwen – mild en stap voor stap.

(7:4-6) Jij bent het licht van de wereld. God heeft op jou Zijn plan voor de verlossing van Zijn Zoon gegrondvest.

Tot slot moedigt Jezus ons aan om vertrouwen te hebben in zijn proces van vergeving wanneer hij ons aan ons doel herinnert en hoe belangrijk deze eerste lessen zijn om ons doel te bereiken: ons het licht dat onze Identiteit is herinneren, tot stand gebracht door de duisternis te vergeten, de povere vervanging van het ego van ons afgescheiden en met schuld geteisterd zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten