maandag 29 oktober 2018

Les 65 - Mijn enige functie is die welke God mij gaf - deel 1


Wanneer we geneigd zijn te denken dat we een andere functie hebben dan vergeven dan zouden we moeten beseffen dat er tevens aanval mee gemoeid is. Vele van de functies die we hebben lijken heel belangrijk te zijn: de wereld redden, familie, vrienden, onze baan, een leraar van Een Cursus in Wonderen zijn, enz. Wat de vorm ervan ook is het is niet onze functie en God heeft die niet aan ons gegeven. Zoals reeds besproken heeft God geen weet van de specifieke dingen en de functie die Hij ‘gegeven’ heeft is enkel het herinneren wat wij zijn als Zijn Zoon. Vergeving maakt dat mogelijk en is het thema van deze les.
(1:1-2) Het idee voor vandaag bevestigt opnieuw je toewijding aan verlossing. Het herinnert jou er ook aan dat je naast deze geen andere functie hebt.

Herinner je dat verlossing betekent verlost zijn van het onjuist-gericht denken, het verkeerd denken waarbij we geloven dat wij gelijk hebben en dat Jezus verkeerd is. Het is het ongedaan maken van het geloof dat wij individuen zijn die op onszelf handelen en de verantwoordelijkheid erkennen voor onze keuze voor deze ellende.

(1:3) Deze beide gedachten zijn voor een totale toewijding zonder meer noodzakelijk.

‘Deze beide gedachten’ betekent verlossing te hebben als de enige functie en geen andere functie dan dat. Het betekent kijken naar het positieve – onze functie om te vergeven – en het negatieve – het geloof dat we een andere functie hebben. In de volgende regels is Jezus nog duidelijker over de noodzaak om ons bewust te zijn van de beide waarnemingen van onze functie, de juist gerichte en de onjuist gerichte.

(1:4-5) Verlossing kan niet je enige doel zijn zolang je er nog andere op nahoudt. De volledige aanvaarding van verlossing als jouw enige functie houdt noodzakelijkerwijs twee fasen in: de erkenning dat verlossing je functie is en het loslaten van alle andere doelen die jij voor jezelf hebt bedacht.

Voor we deze andere doelen kunnen loslaten moeten we er ons eerst bewust van zijn. Dat onderstreept het belang om in de eerste plaats eerlijk te zijn tegenover onszelf en tegenover Jezus over het najagen van de verborgen doelen van speciaalheid van het ego. We kunnen hierbij zijn boodschap uit de tekst gebruiken wanneer we om zijn hulp vragen:

Let goed op en zie waar jij werkelijk om vraagt. Wees hierin heel eerlijk met jezelf, want we moeten niets voor elkaar verborgen houden. (T. 4. III. 8:1-2)
Denk eerlijk aan wat jij gedacht hebt dat God niet zou hebben gedacht en aan wat jij niet hebt gedacht maar wat God zou willen dat jij denkt. Zoek oprecht naar wat je zodoende gedaan hebt of hebt nagelaten, en verander dan van gedachten zodat je kunt denken met de Denkgeest van God. (T. 4. IV. 2:4-5)

Om het op een andere manier te zeggen: ‘Ja’ zeggen tegen je ware functie is ‘nee’ zeggen tegen de valse, de verkeerde. In ‘de laatste onbeantwoorde vraag’ in de tekst zegt Jezus dat ‘ja’ antwoorden (op de laatste van de vier vragen die hij heeft gesteld) is zeggen ‘niet nee’ (T. 21. VII. 12). We moeten eerst kijken naar de ontkenning van het ego van de waarheid – ‘nee’ – en dan zeggen dat we dit niet langer willen – ‘niet nee’. Zoals hij eerder in de tekst heeft gezegd, in woorden die steeds meer vertrouwd zullen worden:

De taak van de wonderdoener wordt derhalve het ontkennen van de ontkenning van de waarheid. (T. 12. II. 1:5)

Dit houdt dus in bewust worden van beide, de onmiskenbare, duidelijke en subtiele, fijne manieren waarop we hebben vastgesteld wat we geloven dat onze functie in het leven is: het doel waarvoor we gekomen zijn. In onze grootsheid denken we dat we geboren zijn met een edel doel. Niets minder is waar! We zijn hier om het verachtelijk doel waarom het ego ons hier heeft gebracht, ongedaan te maken: anderen ervan beschuldigen voor onze zonde en ons vrijwaren van alle verantwoordelijkheid van hoe we ons voelen. Het ongedaan maken van dat doel – de betekenis van vergeving – is onze functie en niets anders.
(2:1) Dit is de enige manier waarop jij je rechtmatige plaats kunt innemen onder de verlossers van de wereld.

Aan het begin van het laatste deel van de tekst ‘Kies opnieuw’ vraagt Jezus ons te kiezen om ofwel de plaats onder de verlossers van de wereld in te nemen ofwel in de hel te blijven en daar je broeders blijven vasthouden. (T. 31. VIII. 1:5).

(2:2-3) Dit is de enige manier waarop jij kunt zeggen: ‘Mijn enige functie is die welke God mij gaf’ en het ook menen. Dit is de enige manier waarop jij innerlijke vrede vinden kunt.

We hebben geen andere functie dan vergeving en de enige manier om vrede in onze denkgeest te vinden is door deze functie te vervullen en daardoor de valse functies van het ego ongedaan maken. In de context van boosheid beschrijft het Handboek voor Leraren het proces om vrede te bereiken via vergeving. Deze boosheid gaat van het ene lichaam richting een ander lichaam en versterkt daarbij de geesteloosheid terwijl vergeving ons terug brengt naar onze denkgeest en naar de vrede van God:

Gods vrede kan nooit komen waar woede is, want woede ontkent noodzakelijkerwijs dat vrede bestaat. Wie woede in enig opzicht of in enige omstandigheid als gerechtvaardigd ziet, verklaart dat vrede geen betekenis heeft en moet wel geloven dat ze niet kan bestaan. In deze toestand kan vrede niet worden gevonden. Vergeving is dan ook de noodzakelijke voorwaarde om Gods vrede te vinden. Meer nog, wanneer er vergeving is, moet er vrede zijn. (H. 20. 3:3-7)

Tegen boosheid of enig andere uitdrukking van het denksysteem van het ego kiezen is de enige manier om bewust te worden van de waarheid van het denksysteem van de Heilige Geest dat voorbij de verdediging van het ego ligt.

(3:1-3) Reserveer voor vandaag en voor de komende dagen tien tot vijftien minuten voor een wat langere oefenperiode, waarin jij probeert te begrijpen en te aanvaarden wat het idee van deze dag werkelijk betekent. Het idee voor vandaag biedt je de ontsnapping uit al je vermeende (waargenomen) moeilijkheden. Het legt de sleutel van de deur naar vrede, die jij voor jezelf gesloten hebt, in jouw eigen handen.

We kunnen niet ontsnappen aan onze moeilijkheden tenzij we ze eerst hebben waargenomen. De woorden; waargenomen moeilijkheden’ betekenen dat we ze geloven ook al zijn ze niet waar. We kunnen ze dus niet laten gaan zonder dat we ons eerst bewust geworden zijn van het denksysteem van het ego en van onze manier van ontkenning in onszelf. Dit is dus een herziene versie van het eerste principe van wonderen. Samen met Jezus kijken naar de moeilijkheden die we ervaren stelt ons in staat ze allemaal te herkennen als een gordijn voor het enige probleem die we echt hebben: ons geloof in de werkelijkheid van de afscheiding. Op die manier verdwijnen de moeilijkheden die we ervaren en worden ze gecorrigeerd door het wonder.
Verderop in les 121 zegt Jezus dat ‘vergeving de sleutel tot geluk is’. De sleutel tot geluk ligt in onze handen. Niet in de handen van Jezus of van God, noch in de handen van Een Cursus in Wonderen, laat staan in de handen van iemand anders. De sleutel ligt in onze handen want alleen wij hebben de macht om de deur te openen of gesloten te houden, de kracht om onze denkgeest gesloten te houden voor de waarheid door de leugens van het ego. Wij zijn degene die de deur gesloten houden voor de Heilige Geest en daarom zijn wij de enige die de deur kunnen openen. De Heilige Geest staat aan de andere kant van de deur, maar Hij kan de keuze niet voor ons maken.

Tenslotte de langere oefenperiodes die Jezus blijft suggereren weerspiegelen zijn wens dat we meer en meer zouden nadenken over de ideeën die hij aan ons voorlegt. Het was tevens zijn dwingende opdracht naar Helen en Bill toe in het begin van het opschrijven van de Cursus dat zij ‘zouden bestuderen wat zij noteerden’.  

(3:4) Het geeft jou het antwoord op al het zoeken dat je sinds het begin der tijden hebt verricht.

Wanneer Jezus zegt: ‘je hebt dit reeds gedaan sinds het begin der tijden’ dan verwijst hij hier niet naar het individuele zelf dat je denkt te zijn, maar naar de collectieve Zoon van God. Het zoeken is naar geluk en vrede en de afwezigheid van lijden. Het is onnodig te zeggen dat we hier ernstig in gefaald hebben. Het lijkt er zelfs op dat we in deze tijd meer lijken te lijden dan in andere tijden van de geschiedenis. Deze waarneming is een illusie gezien er geen rangorde is in de illusionaire wereld van tijd en ruimte; maar het lijkt er wel op dat dit wel het geval is. Het lijkt erop dat wij onze ego’s minder negeren en dat onze verdedigingen minder effectief zijn geworden en daarom zoeken we en zoeken we en zoeken we naar oplossingen tegen het lijden. We zoeken, maar vinden niet omdat we op de verkeerde plaats zoeken. Daarom is het nodig dat we ons herinneren dat vergeving plaatsvindt in de denkgeest en nergens anders. Het duidt onze keuze aan dat we onze greep op het ego aan het loslaten zijn en dat we in plaats daarvan Jezus als onze leraar nemen. Vanaf we op een verstandige manier gekozen hebben helpt onze nieuwe leraar ons realiseren dat ons zoeken tevergeefs was omdat we gedurig aan waarheid en geluk zochten op een plaats waar ze niet gevonden kon worden. Zoals Jezus ons zegt bijna op het einde van de tekst:


Werkelijke keuze is geen illusie. Maar de wereld heeft er geen te bieden. Al haar wegen leiden slechts tot teleurstelling, het niets en de dood. Er is geen keuze in haar alternatieven. Probeer hier niet aan problemen te ontkomen. De wereld werd gemaakt zodat problemen niet ontlopen zouden kunnen worden. Laat je niet misleiden door alle verschillende namen die aan haar wegen worden toegekend. Ze hebben maar één einddoel.    Alle leiden ze tot de dood.   Denk niet dat geluk ooit is gevonden door een weg te volgen die ervandaan leidt. Dat is onzinnig en kan de weg niet zijn. Laat me herhalen voor jou die deze cursus ogenschijnlijk te moeilijk vindt om te leren, dat je om een doel te bereiken in de richting ervan moet gaan en niet ervan weg. En iedere weg die de andere kant op leidt, zal het vinden van dit doel niet dichterbij brengen.    Er is een keuze en jij hebt de macht die te maken wanneer je de werkelijke alternatieven hebt gezien. (T. 31. IV. 2:1-8, 11; 7:1-4; 8:1)

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten