donderdag 25 oktober 2018

Les 64 - Laat me mijn functie niet vergeten – deel 1


Les 64 gaat nog dieper in op het bewust worden van onze functie.

(1:1-2) Het idee van vandaag is slechts een andere manier om te zeggen: ‘Laat me niet in verzoeking raken.’ Het doel van de wereld die jij ziet is je vergevingsfunctie te verdoezelen en jou de rechtvaardiging te verschaffen die te vergeten.

Jezus herhaalt hier opnieuw dat het doel van de wereld is om onze functie te verbergen. Het ego heeft de wereld gemaakt om zich ervan te verzekeren dat wij onze individualiteit zouden bewaren en dat wij ons nooit zouden herinneren wie we werkelijk zijn terwijl het geen verantwoordelijkheid voor de afscheiding van God aanvaard. Daarom is de wereld van specifieke dingen gemaakt: om de afscheiding werkelijk te houden maar om de verantwoordelijkheid te projecteren op anderen door de zonde in hen te zien en niet in onszelf. Les 161 gaat nog dieper in op dit punt.

Onze functie om te vergeven is er om ons er bewust van te worden dat onze individualiteit een illusie is die we zelf in onze denkgeest gemaakt hebben. De onheilige drie-eenheid van zonde, schuld en angst is ook een illusie die wij, in onze denkgeest, gemaakt hebben als verdediging om ervoor te zorgen dat we kiezen voor onze individualiteit. Het is het doel van de wereld om de onheilige drie-eenheid te beschermen, die op zijn beurt ons individueel bestaan beschermt. De wereld is dus gemaakt als een reusachtige sluier die de correctie van de Heilige Geest moet verbergen. Onze niet vergevende gedachten beschermen de projectie van de schuld die in onze denkgeest is zodat we nooit de bron zouden herkennen en we dan een andere keuze zouden maken. Het ego verleidt ons voortdurend om de schuld te zien in een ander lichaam, in plaats van in onze geest. Bijna op het einde van de tekst definieert Jezus verleiding als de wens om onszelf als lichamen te zien:

Wees dan ook waakzaam tegen verleiding en bedenk dat het slechts een krankzinnige en zinloze wens is om van jezelf iets te maken wat jij niet bent. En denk ook eens na over wat je anders wilde zijn. Het is iets waanzinnigs en pijnlijks, iets van de dood; iets verraderlijks, zwart van wanhoop; teleurstellende dromen, zonder enige resterende hoop, behalve om te sterven en de angstdroom te beëindigen. Dat is verleiding, niets meer dan dat. (T. 31. VII. 14:1-4)

Wanneer we onszelf zien als een lichaam dan is het onvermijdelijk dat we anderen ook zien als lichamen en zien we de afscheidingsgedachte uit onze denkgeest die de ander beoordeelt.

(1:3-4) Zij (de wereld) is de verzoeking om God en Zijn Zoon af te vallen door een fysieke verschijning aan te nemen. Dit is waarnaar de ogen van het lichaam kijken.
We hebben als één Zoon de wereld gemaakt en die in miljarden deeltjes opgedeeld. Ons persoonlijk leven is in onze lichaam, zowel fysiek als psychisch, vergroeid. Bovendien rapporteert ons waarnemingsapparatuur, vertegenwoordigd door onze ogen naar ons brein dat de wereld (en daarom niet de denkgeest) werkelijk is. Op die manier verzekeren onze lichamen dat het denksysteem van het ego niet geraakt wordt en ongenezen blijft.

(2:1) Niets wat de ogen van het lichaam schijnen te zien, kan iets anders zijn dan een vorm van verzoeking, aangezien dit nu juist het doel van het lichaam was.

De verzoeking of verleiding is er omdat we zouden geloven dat het denksysteem van het ego waar is. En dit heeft niets te maken met verleidingen die in het lichaam teruggevonden kunnen worden, zoals dit door traditionele religies werd bepaald. Verzoeking vertegenwoordigt eerder een gedachte die zegt: Ik geloof dat het ego gelijk heeft en de Heilige Geest ongelijk. Hij vertelt ons dat het lichaam een illusie is, dat het onderliggend denksysteem van individualiteit een illusie is en dat de enige waarheid van de droom het principe van de Verzoening is die zegt dat we God nooit verlaten hebben. 

Daarom is het doel van het lichaam niets meer dan het verbergen van de waarheid. Zoals Jezus het in de tekst stelt: ‘Niets zo verblindend als de waarneming van vorm.’ (T. 22. III. 6:7).

Merk op dat Jezus in de eerste zin zegt: ‘Niets wat de ogen van het lichaam schijnen te zien.’ Dit is omdat ze niet werkelijk zien en ‘zien’ enkel wat de denkgeest hen verteld dat er is: zonde – in iedereen! En ook al zien we het in onszelf, we zijn ervan overtuigd dat het niet onze fout was om hier in deze wereld te komen. Dat is de boodschap dat de ogen van ons lichaam en ook al onze andere zintuigen gemaakt zijn om waar te nemen dat zonde overal om ons heen is maar niet binnen in ons. 

Dit is een vrij belangrijke gedachte zoals blijkt uit de vele keren dat het doorheen de hele Cursus in Wonderen wordt aangehaald.

(2:2-4) Toch hebben we geleerd dat de Heilige Geest voor alle illusies die jij gemaakt hebt een andere toepassing heeft en daarom ziet Hij er een ander doel in. Voor de Heilige Geest is de wereld een plaats waar jij leert jezelf te vergeven wat jij als je zonden beschouwt. Zo bezien wordt de fysieke verschijningsvorm van verzoeking de geestelijke erkenning van verlossing.

Dit is waar Jezus in de tekst naar verwijst als onze ‘speciale functie’ (T. 25. VI). Het ego maakt speciale relaties om aan te vallen, te kwetsen en ons afgescheiden te houden; de Heilige Geest maakt van dezelfde relaties gebruik om het doel van het ego ongedaan te maken en op die manier symbolen worden voor genezing in plaats van aanval. Zodoende is de wereld die eerder een gevangenis was waarvan ontsnappen onmogelijk was een leerschool geworden waar we kunnen leren hoe te ontsnappen en ons daarbij realiseren dat wat we buiten ons zien niets anders is dan de projectie van een besluit die we innerlijk genomen hebben. Door ons onze functie aan te leren maakt de Heilige Geest het weer mogelijk om naar onze denkgeest terug te keren door uiteindelijk te begrijpen dat we een andere keuze hebben.

Even tussen haakjes, het is evident, logisch dat Jezus niet vraagt om de wereld en onze lichamen te ontkennen. Hij zegt hier enkel: ‘Breng je ervaringen naar mij zodat ik je kan leren er anders naar te kijken. Laat mij en niet je ego je gids zijn wanneer je door het leven gaat want ik zal je helpen de blokkades te verwijderen die je van mijn liefde weghouden. Deze blokkades hebben nooit te maken met iets uiterlijk, maar enkel met de keuze die we maken welke leraar ons instructies mag geven en met welke houding we ons leven willen verderzetten.

(3) Om onze laatste paar lessen even te herhalen: het is jouw functie hier om het licht van de wereld te zijn, een functie jou door God gegeven. Alleen de arrogantie van het ego brengt je ertoe dit in twijfel te trekken en alleen de angst van het ego zet je ertoe aan jezelf als onwaardig te beschouwen voor de taak die God Zelf jou heeft toegewezen. De verlossing van de wereld wacht op jouw vergeving, omdat hierdoor de Zoon van God aan alle illusies en zodoende aan alle verzoeking ontsnapt. De Zoon van God ben jij.

Door ons als een uitbreiding van Zijn Liefde te creëren heeft God ons ervan verzekerd dat wij dezelfde liefde en hetzelfde licht zijn. Onze functie is eenvoudig dat te zijn wat God heeft geschapen. Ik zou hier willen aan toevoegen dat Jezus niet bedoelt dat God ons een specifieke gave met een specifieke functie heeft gegeven, een geloof dat uitstekend het ego’s doel van spirituele speciaalheid dient; zoals God (of Jezus of de Heilige Geest) willen dat ik dit boek schrijf, dat ik Een Cursus in Wonderen onderwijs en/of predik, dat ik, fysiek of mentaal, naar een onrustige plek reis om er genezing te brengen, deze bepaalde persoon help met een bepaald probleem, enz., enz., enz. Het is onze functie in deze wereld om te leren vergeven wat ons bewustzijn van onze functie in de Hemel om te scheppen hersteld. Het licht van de wereld te zijn weerspiegelt dus beide functies: vergeving die de duisternis ongedaan maakt die voorkomt dat het licht van onze Identiteit vanuit onze denkgeest kan schijnen om zo de ene wereld van de ene Zoon te zegenen.

(4) Alleen door de functie te vervullen die God jou gegeven heeft, zal jij gelukkig zijn. Dat komt doordat het jouw functie is gelukkig te zijn, door het middel te gebruiken waardoor geluk onafwendbaar wordt. Er bestaat geen andere manier. Daarom, elke keer dat jij kiest om je functie al dan niet te vervullen, kies je in feite om al dan niet gelukkig te zijn.

Dit weergalmt de regel in Hoofdstuk 1 van de tekst: ‘Alle werkelijke genoegens komen voort uit het doen van Gods Wil’ (T. 1. VII. 1-4). Jezus is niet tegen het hebben van plezier in de wereld, maar zegt eenvoudig dat welk plezier we hier ook in de wereld mogen hebben dat niet opweegt tegen de vreugde en het genoegen die we samen met hem hebben wanneer we onze gedachten van speciaalheid en afgescheidenheid ongedaan maken. Hierin ligt ons geluk. Waar geluk en vreugde kunnen niet gevonden worden in dat wat we hier willen. Noch ware vrede. Zij zullen komen wanneer we de blokkades er naar toe laten gaan: gedachten van zonde, schuld, angst, aanval, lijden, opoffering en dood. Dus het vervullen van onze functie – samen met de Heilige Geest kijken naar het denksysteem van het ego – is wat ons gelukkig maakt. Geluk is onze natuurlijke staat, maar nogmaals, dit heeft niets te maken met het lichaam of de voldoening van zijn fysieke en psychische behoeften. In deze context staat geluk gelijk aan de herinnering van Wie we zijn als Christus. Eens geluk zo gedefinieerd is zullen we, wanneer we ons afscheiden van onze Identiteit, ongelukkig zijn. We zullen dan onvermijdelijk op zoek gaan naar geluk in speciale gebieden van ons leven en zullen het nooit echt vinden. Welk geluk we ook zullen hebben het zullen altijd slechts een paar miezerige kruimels zijn die bijna even snel als ze gekomen zijn zullen verdwijnen. Het geluk dat Jezus beschrijft zal echter blijven duren omdat het te maken heeft met de gedachte van liefde die tijd en ruimte volledig overstijgt.
Een extra te vermelden punt dat hiervoor al is aangeduid: deze les maakt duidelijk dat wanneer vergeving het middel is waarmee we uiteindelijk geluk bereiken het zo is dat wanneer we er voor kiezen niet te vergeven dan kiezen we ervoor niet gelukkig te zijn. Het oorzakelijk verband begrijpen tussen het in praktijk brengen van vergeving en ons geluk vormt de motivatie om deze cursus te leren en te leven.
(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten