zaterdag 27 oktober 2018

Les 64 - Laat me mijn functie niet vergeten – deel 2


(5:1-6) Laten we dit vandaag niet vergeten. Laten we onszelf hieraan herinneren ‘s morgens en ‘s avonds opnieuw en ook de hele dag door. Bereid jezelf van tevoren voor op alle beslissingen die jij vandaag zult nemen door eraan te denken dat ze in feite allemaal heel eenvoudig zijn. Elk zal leiden tot geluk of verdriet. Kan het werkelijk moeilijk zijn zo’n eenvoudige beslissing te nemen? Laat de vorm van de beslissing jou niet misleiden.

Met andere woorden probeer de specifieke dingen waarvan je tijdens je dag denkt dat ze je gelukkig of ongelukkig zullen maken, niet te serieus. Het is de inhoud ervan die belangrijk is, d.w.z. zullen ze dienen als een middel om uiteindelijk het geluk of ongeluk van de denkgeest te bereiken. De eenvoud van deze beslissing geeft de eenvoud van verlossing. Het is daarom dat er geen rangorde is in moeilijkheid bij wonderen (T. 1. 1. 1:1), dat er geen rangorde is in illusies (T. 23. II. 2:3) en waarom we alles of niets van deze cursus geloven (T. 22. II. 7:4). We kunnen inderdaad zeggen dat onze dag helemaal toegewijd zou moeten zijn aan het leren van de inhoudelijke eenvoud van de visie van de Heilige Geest, een eenvoud die niet beantwoordt aan de complexiteit van de vormen van ons leven.

(5:7-10) Een ingewikkelde vorm betekent nog geen ingewikkelde inhoud. Het is onmogelijk dat enige beslissing op aarde een andere inhoud heeft dan precies deze ene eenvoudige keuze. Dat is de enige keuze die de Heilige Geest ziet. Daarom is het de enige keuze die er is.

Herinner je ook deze uitspraken uit de tekst:

Gecompliceerdheid is eigen aan het ego en is niets anders dan een poging van het ego om te versluieren wat overduidelijk is. (T. 15. IV. 6:2)
Complexiteit komt niet van God. Hoe zou dat ook kunnen, wanneer alles wat Hij kent één is? Hij kent één schepping, één werkelijkheid, één waarheid en slechts één Zoon. Niets is met eenheid in strijd. Hoe zou er in Hem dan complexiteit kunnen zijn? (T. 26. III. 1:1-5)

De kwestie is dus niet de Heilige Geest te vragen wat je moet doen: moet ik van A naar B gaan, moet ik met persoon A zijn of met B, moet ik A eten of B, moet ik dit doen of dat of iets anders? Er is enkel de eenvoudige keuze: God of het ego en we worden aangemoedigd om ons de vraag te stellen: geloof ik dat het Verzoeningsprincipe waar is of geloof ik in afscheiding? Gezien dit de enige keuze is die de Heilige Geest ziet zou dat voor ons de enige keuze moeten zijn waarvoor we om Zijn hulp vragen.

Anderzijds is het zo dat, gezien wij geloven dat we specifieke schepselen zijn met specifieke behoeften en leven in een specifieke wereld, we menen dat de Heilige Geest ons een specifiek advies geeft over wat we zouden moeten doen. In volgende lessen komt dit ook nog naar voren.
Wanneer we gedurende onze dag geconfronteerd worden met de vele verschillende beslissingen die we moeten maken, schijnbaar belangrijke en onbelangrijke, is de enige kwestie waar we moeten op letten welke leraar we zullen kiezen. Wanneer we voor de Heilige Geest kiezen dan zullen we automatisch weten wat het meest liefdevolle is dat we in gelijk welke omstandigheid kunnen doen. Wanneer we echter de Heilige Geest om een specifiek advies te verzoeken dan zullen we een specifiek advies ‘horen’. En dat betekent dat we onze les vergeten en we telkens en telkens weer om Zijn hulp zullen moeten vragen wanneer we voor een probleem komen te staan of voor een plan dat moet gemaakt worden. Zoals Jezus ons op het einde van het Handboek voor Leraren zegt: op die manier leven is niet praktisch en het is juist met het praktische dat deze cursus zich het meest bezighoudt. (HvL. 29 – 5:4-7)

Jezus vraagt ons om zoveel als mogelijk bewust te zijn van zijn aanwezigheid en hem niet alleen specifiek te vragen wat we zouden moeten doen, maar gewoon aan hem denken. En we zouden dit vooral moeten doen wanneer we geneigd zijn om egogedachten te hebben – angst, bezorgdheid en in het bijzonder wanneer we denken dat er hier een belangrijke, betekenisvolle beslissing moet genomen worden. De wereld biedt geen betekenisvolle keuzes aan want betekenis kan enkel gevonden worden binnen de denkgeest in de beslissing om te kiezen tussen het ego en de Heilige Geest.

Dus worden we geleidelijk, maar vriendelijk geleid om zo vaak als mogelijk gedurende de dag aan Jezus te denken. En dat betekent ook waakzaam zijn over onze gedachten in verband met hoe vaak we niet aan hem denken, hoe vaak we aan hem niet willen denken en hoe vaak we dingen op onszelf willen doen zonder hem om hulp te vragen. Ons verlangen om onze speciaalheid te behouden zet ons ertoe aan die hulp te vermijden die ons zou helpen dit ongedaan te maken. Deze vriendelijke en vergevende herinnering aan de ene keuze die we moeten maken is de rode draad doorheen deze bespreking. Het is ook de reden waarom Jezus zegt dat zijn cursus eenvoudig is.

Dit is ook het thema van ‘Regels voor beslissingen’, het belangrijke eerste deel van hoofdstuk 30 van de tekst. (T. 30. I)

Jezus vervolgt nu met zeer specifieke instructies voor de dag. Ze zijn zodanig gemaakt om ons aan te moedigen ons oefenen te herinneren:

(6) Laten we dan vandaag met deze gedachten oefenen:

Laat me mijn functie niet vergeten.
Laat me niet proberen de mijne in plaats te stellen van die van God.
Laat me vergeven en gelukkig zijn.

Besteed er vandaag minstens eenmaal tien of vijftien minuten aan om dit met gesloten ogen te overdenken. Verwante gedachten zullen je komen helpen als je onthoudt dat je functie voor jou en de wereld van doorslaggevend belang is.

En deze laatste zin is natuurlijk de sleutel. We zullen ons onze vergevingsfunctie herinneren wanneer we herkennen dat het belangrijk is voor onszelf en daarvoor ook voor het Zoonschap.
Maar Jezus weet ook dat we hierbij een weerstand kennen:

(7) Besteed er, bij de frequente toepassingen van het idee van vandaag door de dag heen, enkele minuten aan om deze gedachten te herhalen en dan alleen daaraan en nergens anders aan te denken. Dit zal vooral in het begin moeilijk zijn, omdat jij niet bedreven bent in de discipline die dit voor de denkgeest vereist. Om je te helpen concentreren moet je misschien behoorlijk vaak herhalen: ‘Laat me mijn functie niet vergeten.’

We moeten voorzichtig zijn onze vooruitgang om het leerplan en dan meer bepaald wanneer we geneigd zijn te geloven dat deze lessen simpel-van-geest zijn.
De afsluitende alinea en de reeks van instructies keren terug naar de ‘ogen gesloten-ogen open’-oefeningen als herinnering aan het herkennen van het verschil in waarnemen tussen de uiterlijke wereld van lichamen en de innerlijke wereld van onze gedachten:

(8) Bij de kortere oefenperioden worden er twee vormen verlangd. Doe de oefeningen de ene keer met gesloten ogen, waarbij je je probeert te concentreren op de gedachten die je gebruikt. Houd de andere keer je ogen open nadat je de gedachten hebt herhaald en kijk dan langzaam en niet selectief om je heen, terwijl jij jezelf voorhoudt:

Deze wereld verlossen is mijn functie.

Herkennen dat er geen verschil is tussen het oefenen met de ogen open of gesloten weerspiegelt onze herkenning dat onze functie om de wereld te redden in onze denkgeest is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten