zondag 17 december 2017

Dag 36 van de reis door het werkboek van Een Cursus in Wonderen

(4) Het doel van het werkboek is jouw geest op een systematische wijze te trainen in een andere waarneming van iedereen en alles in de wereld. De oefeningen zijn gepland om je te helpen de lessen te veralgemenen, zodat je zult begrijpen dat elk van hen in gelijke mate toepasbaar is op iedereen en alles wat je ziet.

Dit is het centrale thema van niet alleen deze inleiding maar ook van de eerste werkboeklessen. Wanneer je dit in gedachten kunt houden dan zal je de link tot de gedachte van veralgemening in elke les en in de instructies herkennen. We hebben behoefte aan een gestructureerde training voor de denkgeest, aan een programma dat ons moet helpen ons denken te heroriënteren. Het feit dat we denken dat we een lichaam zijn zegt ons dat we geloven in verschillen. Het is daarom nodig ons er bewust van te worden dat alles wat we aannemen afkomstig is uit een verkeerde manier van denken: verkeerd omdat het afkomstig is van het ego van wie het doel is onze individualiteit intact te houden.

Wanneer we dus geloven dat dingen in deze wereld verschillende betekenissen en doelen hebben dan verheerlijken we – bij manier van spreken - hiermee onze individualiteit en houden zo het denksysteem van het ego in stand in plaats van het denksysteem aan te nemen dat Jezus ons aanleert.

(5) De overdracht van training in ware waarneming vindt niet op dezelfde manier plaats als de overdracht van training in de wereld. Wanneer ware waarneming is bereikt met betrekking tot welke persoon, situatie of gebeurtenis dan ook, dan is volledige overdracht naar alles en iedereen verzekerd. Aan de andere kant maakt één uitzondering, die buiten ware waarneming wordt gehouden, haar vervulling waar dan ook onmogelijk.

Jezus duidt hier op het feit dat de wereldse versie van 'de overdracht van training' beperkt en begrensd is. Wanneer we terugkijken naar het voorbeeld dat ik eerder gaf in verband met het aanleren van rekenkunde dan zie je dat de overdracht van een dergelijke training enkel toegespitst is op cijfers. Wanneer je geleerd hebt auto te rijden ben je in staat om met praktisch gelijk welke auto te rijden. Dit betekent echter niet dat dit jou kan helpen om jouw schuldgevoel ongedaan te maken, het helpt jou niet om hierdoor een maaltijd beter te bereiden of om vloeiender een brief te kunnen schrijven, je hebt enkel geleerd hoe je met een auto kunt rijden.

De overdracht van training echter zoals die gebeurd door het in praktijk brengen van Een Cursus in Wonderen is niet beperkt tot de vorm maar breidt zich, zonder enige uitzondering, uit tot alles omdat alles in de wereld hetzelfde is.
De laatste zin ‘dat één uitzondering, die buiten ware waarneming wordt gehouden, haar vervulling waar dan ook onmogelijk maakt’ weerspiegelt de passage van het einde van de tekst en die eerder werd aangehaald: ‘geen enkel plekje duisternis blijft nog over om het gelaat van Christus voor wie ook te verbergen.’ (T. 31. VIII. 12:4 of 5).

Het is dit aspect wat Een Cursus in Wonderen zo moeilijk maakt. Het bereiken van de juiste waarneming - het ultieme doel van de Cursus, d.w.z. de visie van Christus, het bereiken van de werkelijke wereld – is niet mogelijk zo lang we iets bestempelen als meer of minder belangrijk dan iets anders of dat iemand belangrijker of minder belangrijk is dan een ander of dat iemand meer of minder liefde of aanval verdient. Welke vorm de uitzondering heeft, maakt in het geheel niet uit. Het doel van Een Cursus in Wonderen kan niet bereikt worden zolang een uitsluiting gerechtvaardigd blijft.

(6:1). De enige algemene regels, die dan ook steeds in acht genomen moeten worden, zijn: ten eerste, dat de oefeningen met grote specificiteit moeten worden uitgevoerd, zoals zal worden aangegeven.

Dit is de paradox, inherent aan dit systeem en reeds besproken: we worden verondersteld om met heel specifieke lessen te oefenen om aan de hand hiervan te leren wat non-specificiteit is. We leren hoe we kunnen leven in een wereld van tijd en ruimte om te kunnen leren dat er geen wereld van tijd en ruimte is. Daarom is dit zo’n krachtige vorm van spiritualiteit. We worden totaal niet gevraagd onze ervaringen in de wereld te ontkennen, we worden niet gevraagd onze lichamen te ontkennen, onze gevoelens, gedachten of gelijk wat hier gebeurt, we worden enkel gevraagd dit alles een ander doel te geven.

En om dit belangrijke punt nog eens te herhalen, het doel is alles en het ultieme doel van alles in de wereld is een leermiddel te zijn ons te leren dat er geen wereld is. Je kan echter niet leren dat er geen wereld is wanneer je dit gegeven negeert of ontkent. Je moet dus heel specifiek leren hoe je aan alle specifieke dingen van de wereld voorbij kunt gaan. En het werkboek biedt hiervoor een praktische uiteenzetting.

(wordt vervolgd)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten