zondag 11 januari 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 20 - Vragen aan de Heilige Geest




Een belangrijk thema van Een Cursus in Wonderen, in verband met de toepassing ervan, is het vragen om hulp aan de Heilige Geest.

In een andere opname heb ik besproken wie de Heilige Geest is, namelijk dat Hij symbool staat voor ons juist gerichte denken.

In de Cursus wordt Hij omschreven als ‘de Stem namens God’. Hij wordt ook omschreven als zijnde onze Leraar, degene naar Wie wij ons kunnen richten wanneer we gevangen zitten in ons ego. Daarom dacht ik dat het belangrijk is te bespreken wat het voor Een Cursus in Wonderen betekent om de Heilige Geest om hulp te vragen. Wat betekent het om tot Hem te bidden.

Zoals velen onder ons wellicht weten is het tweede pamflet dat Helen Schucman neergeschreven heeft ‘Het Lied van het Gebed’. Het eerste was ‘Psychotherapie’. En Het Lied van het Gebed is eigenlijk een jaar na de publicatie van de Cursus door Helen geschreven. De Cursus is in 1976 gepubliceerd, het pamflet werd geschreven in de herfst van 1977. Aanvankelijk is het geschreven door Helen, of neergeschreven door Helen, als een reactie op wat reeds was gebeurd in kringen rond Een Cursus in Wonderen, namelijk dat studenten in de war waren omtrent drie essentiële vlakken van het onderricht van de Cursus met name:  gebed, vergeving en genezing.

In deze opname bespreek ik enkel het gebed.

Eén van de hoofdthema’s van het eerste hoofdstuk van Het Lied van het Gebed gaat, nogmaals, over wat het betekent om tot de Heilige Geest te bidden voor hulp. Wat lijkt te gebeuren met studenten van Een Cursus in Wonderen, en meestal in het begin van hun studie van de Cursus (ook al kan die eerste fase maar blijven doorgaan …), is dat zij de Heilige Geest om specifieke hulp vragen zoals welke job zal ik nemen, moet ik deze relatie wel aangaan, moet ik deze relatie veranderen, moet ik uit deze relatie stappen, moet ik stoppen met deze relatie. Het gaat zelfs zo ver dat men vraagt waar men zijn auto zal parkeren, wat zal ik vandaag aantrekken, welk gerecht zal ik bestellen in het restaurant, enz., enz. .

Het doel van dit pamflet was Jezus’ manier om deze misvatting, van dat wat de Cursus bedoelt met ‘vragen aan de Heilige Geest’, te corrigeren.

In het tweede hoofdstuk van Het Lied van het Gebed heeft Jezus het over het misverstand omtrent vergeving en noemt dit ‘vergeving-ter-vernietiging’.
En alhoewel hij deze specifieke term, om hulp te vragen of te bidden, niet gebruikt, kan men toch zeggen dat er op de eerste bladzijden van het pamflet duidelijk gewezen wordt dat de Heilige Geest om hulp vragen, of Jezus om hulp vragen, is ‘vragen-om-vernietiging’ of ‘bidden-om-vernietiging’, wat wil zeggen dat het hele idee om iets specifieks te vragen betekent dat we hiermee het egodenksysteem juist versterken, terwijl we in feite proberen het ongedaan te maken door om hulp te vragen.
Met andere woorden, wanneer wij denken dat we een specifiek probleem hebben en dat we daarvoor een specifiek antwoord nodig hebben van de Heilige Geest is wat we eigenlijk aan het doen zijn op een arrogante manier denken te weten wat het probleem is, iets wat altijd één of andere uitdrukking is van de fysieke wereld en onze fysieke of psychische ervaringen in de fysieke wereld, en dan vragen dat de Heilige Geest ons antwoord geeft in die vorm die wij nu juist gemaakt hebben of bedacht.
Zoals Jezus eens in een persoonlijke boodschap tegen Helen zei dat een dergelijke vraagstelling is proberen om zijn liefde inschikkelijker te maken, zijn liefde naar de hand zetten door het een specifieke vorm te geven.

Wat de Cursus dus echt bedoelt met de Heilige Geest om hulp vragen is dat we Hem vragen te helpen om het werkelijke probleem ongedaan te maken. Het echte probleem die de keuze was van onze (denk)geest om ons te verbinden met het ego in plaats van met Hem. De beslissing van de denkgeest om ons te identificeren met het denksysteem van afscheiding, schuld en aanval van het ego in plaats van met het denksysteem van vergeving, het wonder en de genezing van de Heilige Geest.

Dus wat het vragen werkelijk wil zeggen is dat wanneer we ons bewust worden van onze oordelende gedachten, wanneer we ons bewust worden van, of angstig worden van gelijk wat in deze wereld, of we zijn opnieuw in de val getrapt van het ego-web van speciaalheid, dat we dan zo snel mogelijk ons opnieuw wenden tot het keuzemakende gedeelte in onze denkgeest, herkennen dat onze gevoelens van ongemak en onrust afkomstig zijn van onze onjuist gerichte keuze en dat we opnieuw kiezen.

De Heilige Geest of Jezus om hulp vragen wil dus zeggen: vragen om ons te helpen dat we ons herinneren wie we zijn, dat we ons herinneren wie de echte Leraar is, dat we ons herinneren welk denksysteem ons verlost in plaats van ons steeds dieper te vestigen in het denksysteem van de hel van het ego.

Met andere woorden, zoals vroeg in de tekst, in verband met gebed, waar Jezus zegt dat het enige betekenisvolle gebed het gebed voor vergeving is, omdat we alles hebben. (T3.V.6:3) Waar hij dus naar verwijst is dat we niet moeten vragen om iets. We hoeven zelfs niet te vragen voor specifieke hulp voor specifieke problemen want we hebben reeds alles wat we nodig hebben, we hebben immers de Liefde van God.
Vragen om hulp is dus vragen om herinnerd te worden aan dit alles wat we hebben en beroep te doen op de Leraar Die ons leert dat er verder niets te vragen is omdat Zijn Liefde alles is wat we ooit willen of nodig hebben of verlangen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten