woensdag 21 januari 2015

Thema's uit Een Cursus in Wonderen - 25 - Doel, doelstelling

 

 



Vandaag hebben we het over doelstelling. Dit is één van de hoofdthema’s
van Een Cursus in Wonderen. Keer op keer herinnert Jezus ons eraan dat het
enige wat we ons altijd moeten afvragen over gelijk wat, of het nu een
gebeurtenis is, een situatie of een relatie is: ‘Waar dient het voor?’

En het is in het begrijpen van wat de intentie van iets is dat we de betekenis
van die gebeurtenis, situatie of relatie zullen begrijpen.


Wanneer we het hebben over de inhoud dan hebben we het over
de denkgeest, omdat de betekenis enkel terug te brengen is naar de denkgeest.
Het lichaam bepaalt nooit het doel. Het lichaam volgt eenvoudig de richting die
de denkgeest maakt en is gebaseerd op het doel waarvoor de denkgeest gekozen
heeft.


In de wereld van de illusie zijn er maar twee doeleinden:


-             het doel
van het ego die eruit bestaat het bestaan van het ego in stand te houden en de
schuld hiervoor toe te wijzen aan iemand anders. Het is het doel van het ego om
de droom te laten voortduren, om ons slapende te houden en er voor te zorgen
dat we nooit terug zullen keren naar de denkgeest om ons te herinneren Wie ze
zijn als de Zoon van God.


-             het doel
van de Heilige Geest, die de correctie op het ego is, is om ons te doen
ontwaken uit de droom, om ons te laten herinneren dat we geest zijn en niet een
lichaam. Het is Zijn doel om ons bewust te maken in plaats van onbewust en ons
de betekenis te leren van wat vergeving is, de correctie die de Cursus ons
biedt voor onze gedachten van aanval en oordeel waarvan het denksysteem en de
wereld waarin we leven (of de wereld waarin we denken te leven) doordrongen is.


Het is in het begrijpen van het doeleinde dat ons bestaan in
deze wereld betekenis krijgt. Vanaf het ogenblik dat we wakker worden tot en
met de tijd dat we weer gaan slapen, dag in en dag uit, week in, maand in, jaar
in en jaar uit, tientallen jaren in en uit, moet ons enig doel zijn (bij het ’s
morgens wakker worden uit onze slaap) het herinneren dat alles wat er gedurende
die dag gebeurt is (dat wanneer het ons doel is wakker te worden uit de
wereldse droom) in te zien dat alles wat er gebeurt ons de kans biedt ons te
herinneren dat we denkgeest zijn en geen lichaam. En het is in de denkgeest dat
de oorsprong van het probleem terug te vinden is en in diezelfde denkgeest vind
je ook de oplossing terug.


Het probleem is altijd de keuze van de denkgeest voor het
denksysteem van afscheiding en afgescheiden belangen van het ego.

Een de oplossing is altijd de correctie van Jezus of de Heilige Geest en die is
dat we zouden herkennen dat we als kinderen van God allemaal gelijk zijn.


Terwijl we in de vorm en in het lichaam wel degelijk
verschillend zijn, zijn we als geest allemaal hetzelfde. We hebben allemaal het
onjuist gerichte denken, we hebben allemaal het juist gerichte denken en we
hebben allemaal de keuzemakende eigenschap.


En dus alles wat er gebeurt gedurende de dag (gezien vanuit
het juist gerichte denken) is gericht op het herinneren dat we geest zijn en
geen lichaam; dat we herkennen dat de wereld die we zien, het lichaam dat we
zien, de situatie, de gebeurtenis, de relatie wat we denken mee te maken, dat
dit allemaal uiterlijke beelden zijn van
een innerlijke toestand.
(T21.Inl.1:5) We brengen dus de projectie terug
naar de innerlijke toestand, in de denkgeest (die de keuzemakende denkgeest is)
en we kiezen opnieuw.


Een manier om te begrijpen hoe de Cursus de doelstelling, in
ons dagelijks leven, ziet en begrijpt wordt in een prachtige passage omschreven
die zegt dat het lichaam niet door liefde gemaakt werd, maar dat de liefde het
lichaam niet veroordeeld, maar het op een liefdevolle manier kan gebruiken om
ons uit de illusie wakker te schudden. (T18.VI.4:7-8) Ik ben niet helemaal
zeker over het laatste gedeelte, maar het komt er wel op neer.

Het idee is dat het lichaam gemaakt werd om het doel van het ego te dienen, wat
is om ons onbewust te houden en ons daarom nooit de mogelijkheid te geven om
opnieuw te kiezen. Eens dat het lichaam op die manier gemaakt werd (zoals reeds
eerder in deze serie werd besproken) wordt het lichaam neutraal en dient op die
manier de bedoeling van het ego om het oorspronkelijke doel ervan (ons onbewust
en slapende te houden binnen de droom) te versterken.

Of het dient het doel van de Heilige Geest. Het lichaam wordt dus niet
veroordeeld omwille van het oorspronkelijke verkeerde gebruik ervan door de
denkgeest, maar dient nu eerder een liefdevol doel. Het wordt het instrument
voor vergeving, het wordt de leerschool voor het onderricht van Jezus in plaats
van de cipier van het ego waarbij het lichaam meer gezien wordt als een
gevangenis waarin we ons gevangen voelen en onnodig lijden tot we sterven of in
sommige gevallen als een speelplaats waarin we plezier hebben en denken dat de
wereld betekenis heeft en zelfs leuk is om er te zijn. Dit zijn slechts
verdedigingen om het onderliggende doel van het ego te verbergen.

Zoals de Cursus ons zegt dat de wereld en daarom ook het lichaam een dorre en
stofferige plaats is waar stervende en dorstige schepsels komen om te sterven.
(Wd2.13.5:1)


We veranderen dus ons doel van onze aanwezigheid in deze
wereld van het doel van lijden en bewijs dat alles en iedereen ons dit lijden
heeft toegebracht en het wordt nu een leerschool waarin we leren dat we niet
echt hier zijn, dat onze identiteit binnen de droom, binnen de illusie, niet
een lichaam is, maar een geest die droomt, een geest die ervoor gekozen heeft
om in slaap te blijven, maar dat diezelfde kracht in de geest die voor het ego
heeft gekozen nu opnieuw gestuurd kan worden en voor Jezus kiest als zijn
liefdevolle leraar.  Dat de wereld het
doel dient om ons terug te brengen naar hem in onze geest zodat we opnieuw
zouden kiezen wakker te worden uit de droom en terugkeren naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten