Les 280 ~ Welke beperkingen kan ik opleggen aan Gods Zoon? Met toelichtend commentaar via Tina Spalding.

 

Jullie zijn inderdaad gezegende wezens. Ik ben degene die je kent als Jezus.

De zelfingenomen oordelen die je op je broeders legt zie je niet als een gevangenschap, maar dat is het wel. Ze houden jou weg van de waarheid van wat je bent omdat je de illusie van de feilbaarheid en tekortkomingen van je broeder vasthoudt in jouw geest. Je moet met hetzelfde waardesysteem naar jezelf kijken als het waardesysteem waarmee je naar je broeders en zusters kijkt.

Dus als je hen veroordeelt omdat ze lui zijn, veroordeel je jezelf als lui. Als je ze veroordeelt omdat ze lelijk zijn, beoordeel je jezelf als lelijk.
Wat er in jouw geest is breid je uit door het op je broeders en zusters te leggen.

Zo verlost het ego zichzelf van pijn in de vorm van projectie. Het neemt wat in je denken zit en legt het op iemand anders. Maar het wordt echt niet verwijderd. Het wordt alleen verdrongen en tevens groter omdat je energie steekt in het geloof dat een ander schuldig is.

Je kunt de schuld die je voelt, de zelfhaat die je voelt of het oordeel dat je voelt niet uit je geest verwijderen door het op anderen te projecteren. In feite hou je het in leven.

Het is dus goed te begrijpen dat als je stopt met deze dingen te doen je door het beoefenen van vergeving jouw denkgeest verlicht en deze weer in balans brengt met de waarheid.

Ik ben diegene die je kent als Jezus en ik zal morgen weer tot je spreken.